Zojuist deed ik een verbazende ontdekking. Die heeft te maken met een geheel onbekend tekeningetje van Marten Toonder, dat ik onlangs in het Toonderarchief in het Literatuurmuseum aantrof. Dat sowieso al leuk is om te laten zien.
In een recente aflevering van BommelDingen schreef ik over de eerste vakantie van Marten Toonder in Ierland, in juni 1951. Ik vertelde dat zijn vrouw Phiny verslag deed in een reisdagboek, en Marten foto’s maakte.
Maar Marten maakte tijdens de reis ook nog wat aantekeningen in een schetsboek, dat ook bewaard is gebleven in zijn archief. Zo noteerde hij de namen van de plaatsen waar ze doorheen kwamen, met wat steekwoorden erbij. Wat gedichtjes in het Engels. Het is potloodgekriebel, maar wel interessant voor wie zoals ik geïnteresseerd is in Toonder en Ierland, dus ik ga het nog eens grondig ontcijferen.
Maar hij heeft er ook één tekeningetje in gemaakt. Ergens in Wales, denk ik.
In haar dagboek beschrijft Phiny uitgebreid de tocht door Engeland en Wales, die aan hun kennismaking met Ierland voorafging. Ze vertelt hoe ze op donderdag 14 juni, voor ze naar Holyhead rijden om daar aan boord te gaan aan de boot naar Dublin, dineren bij een hotelletje in het plaatsje Beaumaris.
“Dit plaatsje was ons aangeraden om te bezoeken en dit bleek de moeite waard te zijn. We vonden een klein hotelletje, dat tegen de rotsen aan lag, tussen de bloemen in. Het was echt een ding voor smokkelaars. Eerst dronken we een drankje in de bar waar ook een oud mannetje zat met een geruit hoedje, zoals Sherlock Holmes. Hij was zeer trots op Wales en leerde ons het Walese alphabet. Verder vertelde hij, dat hij de hele dag al bier had gedronken. Aan een tafeltje, dat uitzag over de baai met de blauw-achtige bergen aan de overkant, aten we een heerlijk maal. Er was een kellnerin die Ton en Marten steeds ‘my dear’ noemde. We brachten er een paar heerlijke uren door en hadden er wel willen blijven. Maar Ierland woog nog zwaarder…”
Het genoemde oude mannetje nu kwam ik ook tegen in Martens schetsboek:
|