BommelDingen bekijk_webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

Zelfportretten

Zowel gisteren als vandaag mocht ik weer een lezing geven. Ik doe dat altijd met erg veel genoegen.

Gisteravond heb ik bij een herensociëteit in Amsterdam een verhaal gehouden over Marten Toonder en Ierland. Een onderwerp waar ik momenteel natuurlijk middenin zit. Ik heb vooral laten zien welke Ierse elementen je in de Bommelverhalen terugvindt.

En vanmiddag was ik te gast bij de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten, die in Apeldoorn hun landelijke vergadering hielden. Ik mocht spreken over ‘Bommel en Bijbel’. Sinds ik in 2012 mijn boek daarover publiceerde, heb ik hierover misschien al wel twintig keer een lezing gehouden. En er staan er nog drie gepland dit jaar.

Het leuke van het houden van zo’n lezing vind ik niet alleen het overbrengen van mijn verhaal (dat ik graag ondersteun met veel leuke Bommelplaatjes en wat filmfragmenten met daarin Marten Toonder aan het woord), maar ook de interactie met het publiek. Bijvoorbeeld in de vragen na afloop en de korte gesprekjes achteraf. En niet zelden komen mensen dan met leuke aanvullingen van dingen die ik zelf nog niet had ontdekt.

Frappant is wat er vanmiddag gebeurde. Tijdens de koffiepauze kwam er twee keer iemand naar mij toe die meende op één van de door mij geprojecteerde plaatjes een zelfportret van Marten Toonder te hebben gezien. En daarbij ging het om twee heel verschillende figuren!

De eerste meneer wees mij op de figuur rechtsboven op het volgende plaatje (strook 3145 uit ‘De Zwarte Zwadderneel’, 1957):

Ik geef hem wel een beetje gelijk: die bril, dat haar…

De tweede meneer meende Toonder te herkennen in Nahum Grind, de linker Bovenbaas op de volgende plaatjes (strook 4956 van ‘De Bovenbazen’, 1963):

Ook deze associatie kan ik best volgen. Vooral door die wenkbrauwen. En hij lijkt zijn stropdas op dezelfde aparte manier te hebben geknoopt als Toonder dat altijd deed…

Ter vergelijking drie fotootjes die je direct vindt als je op afbeeldingen van Marten Toonder googelt (uit, grof geschat, rond 1940, 1970, 1990):

De vraag is of er nog een diepere betekenis gezocht moet worden achter de mogelijke gelijkenis tussen deze figuren en Toonder. Waarschijnlijk niet, en is de verklaring heel simpel. Als tekenaar zul je toch weleens in de spiegel kijken om te zien hoe je bepaalde gezichtskenmerken tekent. Of (in het geval een medewerker van Toonder verantwoordelijk was voor de betreffende figuur) je kijkt even naar je collega’s of je baas.

Een leuk ander voorbeeld van een figuur wiens uiterlijk op dat van Toonder geïnspireerd zou kunnen zijn, is Krastra, de striptekenaar van Dick Dubbelslag uit ‘Horror, de Ademloze’ (1949). Hoofdzakelijk de bril, eigenlijk.

In dit geval is er niet alleen sprake van een uiterlijke overeenkomst: de hele figuur van Krastra kan als een mooi stukje zelfspot gezien worden. Hoewel Toonder misschien ook juist bepaalde collega’s op de hak neemt.

Een enig verhaal, ik hoop het gauw weer eens te herlezen.

Mochten er lezers zijn die nog andere mogelijke zelfportretten van Toonder hebben gevonden in zijn verhalen, dan houd ik mij daarvoor aanbevolen!

Klaas Driebergen

website

Dit bericht is verzonden naar . Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor ‘BommelDingen’ hebt aangemeld. Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden: zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link. Als je eerdere afleveringen hebt gemist, kun je die hier nalezen.

Afmelden
MailerLite