Alweer een jaar voorbij...

Tot onze lichte schrik zagen we dat het alweer een jaar geleden is dat we onze vorige nieuwsbrief verstuurden. Die begon met "Een raar jaar, 2020".

In 2021 ging het aanvankelijk allemaal weer min of meer 'back to normal'. Maar helaas eindigen we ook dit jaar weer 'raar'.

Toch was 2021 voor De Noarderling minder raar dan 2020. Tóen was onze vaste ligplaats in het Kleindiep wel erg vast: De Noarderling kwam alleen aan het eind van dat jaar van zijn plek om te verhuizen naar het Hellinghûs. Inmiddels is dat onze nieuwe vaste ligplaats, maar gelukkig konden we die in 2021 wél verschillende keren verlaten! 

In deze nieuwsbrief kijken we terug op op 2021 en vooruit naar 2022. Verder de vaste rubrieken 'Skûtsjepraet' en 'Uit de oude doos', én het resultaat van enig 'sneupwerk' in online archieven.

Maar om te beginnen:

Wij wensen u hele fijne feestdagen en een gezond 2022!

Nieuwe ligplaats

November 2020 moesten we, zoals ieder jaar vanwege een mogelijke Elfstedentocht, onze vaste ligplaats in het Kleindiep verlaten. Omdat de Kerstfair niet doorging kozen we dit keer niet de Diepswal als tijdelijke ligplaats, maar één van de steigers bij het Hellinghûs. 

Die plek beviel zo goed dat het inmiddels is onze vaste stek is geworden. De Noarderling ligt er mooi in het zicht, we hebben er geen last van 'rommel' uit bomen en de mast hoeft niet naar beneden als we de stad uit gaan. Ideaal!    

Educatieproject

We kozen de nieuwe ligplaats ook in verband met een educatieproject dat in het voorjaar zou plaatsvinden maar vanwege corona helaas niet doorging. Maar... wat in het vat zit verzuurt niet: hopelijk kan het project komend jaar wel doorgaan.

Het gaat om een lesprogramma over skûtsjes voor alle groepen van de basisscholen, inclusief een bezoek aan De Noarderling. Dokkum c.q. Noardeast Fryslân is één van de 5 locaties in de provincie waar het project wordt 'gedraaid'. Trekker van het project is Museumfederatie Fryslân. Samen met Musea Noardeast Fryslân en skûtsje Eben Haëzer zorgen wij in onze regio voor de 'lokale component'. 

Aan onze donateurs

Ergens in de afgelopen vijf jaar hebt u zich aangemeld als donateur van De Noarderling. Met uw bijdrage hebt u meegeholpen aan het behoud van een prachtig stukje Dokkumer erfgoed. Wij willen u daarvoor nogmaals hartelijk danken. 

Tot en met 2020 benaderden wij onze donateurs, afhankelijk van het moment van aanmelding, in meerdere 'shifts' met het verzoek om de donatie over te maken. Mede vanwege corona hebben wij die actieve benadering in 2021 'on hold' gezet. 

Begin 2022 willen we met een schone lei beginnen, en zullen wij u opnieuw benaderen met de vraag of u De Noarderling wilt blijven steunen. 

Onderhoud

Kent u die mop van dat skûtsje dat voor onderhoud naar binnen en uit het water ging? Het ging niet...

Ook hier gooide corona roet in eten. Want als je 30 ton staal voor twee weken de helling op sleept, wil je er ook met genoeg mensen aan kunnen werken. En dat zat er niet in.

Overigens blijkt het schilderwerk van De Noarderling zich goed te houden. De grote onderhoudsbeurt van februari 2020 heeft wat dat betreft zijn vruchten afgeworpen.

In februari 2022 gaat de Noarderling voor onderhoud opnieuw een paar weken naar binnen en op de wal. IJs en Omikron dienende uiteraard...

Website opgefrist

Niet alleen De Noarderling heeft onderhoud nodig; dat geldt ook voor de website. De 'nijsgjirriche' informatie op www.dokkumerskutsje.nl breidt zich gestaag uit. Daardoor werd het menu langzamerhand overvol en een beetje onoverzichtelijk. Door een nieuwe layout is dat probleem verholpen. We hebben de zaak direct ook maar even een algehele opfrisbeurt gegeven. Het resultaat mag er zijn, al zeggen we het zelf. 

Sile, blinder! 

Een beetje mooi liggen wezen in de Dokkumer binnenstad is leuk natuurlijk, maar een schip moet ook varen. En een skûtsje moet zeilen!

Dat hebben we ruimschoots gedaan in 2021. In juli, augustus en september zijn we een keer of zes het Lauwersmeer op geweest, met gasten van diverse pluimage en in wisselende weersomstandigheden: van bijna windstil tot windkracht 5 met uitschieters, en van stralend weer tot hier en daar een bui.    

Ladies en gentlemen... we got it!

Het was even zoeken maar we hebben het gevonden: het uit 1908 stammende huurcontract voor De Noarderling (toen nog 'Verwisseling'), dat werd afgesloten tussen bouwer/eigenaar Gerrit Barkmeijer en huurder Age Koning.  

Het is een redelijk 'standaard' huurcontract zonder gekke dingen of grote verrassingen. Het enige nieuwe inzicht is dat Age Koning geen Paesemer blijkt te zijn, althans daar in 1908 niet woonde: blijkens het contract was hij was 'gedomicilieerd te Ternaard'.

Hoewel dus geen wereldschokkende ontdekking, is het natuurlijk wel erg leuk om het contract te kunnen bekijken. Dat kan nu op onze website, zonder je suf te hoeven bladeren in het online archief waar we het hebben gevonden: bekijk hier de eerste pagina en hier de tweede pagina.

Omdat de scan van het document soms wat lastig leesbaar is, citeren we onderstaand de belangrijkste passages even: 

Artikel een. De huurder zal over den geheelen huurtijd tot huur van het gehuurde moeten betalen de som van eenduizend vijfhonderd vijfenzeventig gulden, te voldoen in klinkende munt alhier gangbaar geld aan den verhuurder of zijn rechtverkrijgende in de navolgende vijftien termijnen… (waarna de 15 betaaldagen (elk jaar op 22 januari) en de te betalen huur (1e termijn fl 131,25, vervolgens steeds iets minder) voluit, in schrift worden vermeld).

Bij niet voldoening van een der termijnen op de verschijndag, zal de geheele huursom dadelijk en ineens opvorderbaar en de huurder enkel door het verloop van de gestelde termijn in gebrek zijn, zullende in dat geval de huur als geëindigd worden beschouwd en de verhuurder het recht hebben het verhuurde vaartuig weder tot zich te nemen, zonder dat daartoe eenige gerechtelijke formaliteiten zullen behoeven te worden inacht genomen.

Twee: De huurder zal geen verhaal hebben op den verhuurder ingeval onzichtbare of verborgen gebreken aan het gehuurde.

Drie: De huurder zal het gehuurde gedurende den huurtijd ten eigenen koste en geheel tot genoegen van den verhuurder moeten onderhouden.

Vier: De huurder zal het gehuurde zelf en overeenkomstig deszelfs aard en bestemming moeten gebruiken en hetzelve noch geheel noch gedeeltelijk aan een ander in huur of gebruik mogen afstaan of overdoen.

Skûtsjepraet 

In de vorige nieuwsbrief citeerden we in deze rubriek een anekdote over schipper Bindert Pietersma, opgetekend door Lieuwe Pietersen in zijn boekje Skûtsjesilen (ons advies: lees die anekdote nog eens terug, hij blijft hilarisch; klik hier). 

Dit keer opnieuw een citaat uit het boekje van Pietersen uit 1958, dat eindigt in een anekdote waar wij ook weer hartelijk om moesten lachen. Volgende keer maar eens wat serieuzer skûtsjepraet... (maar beloven doen we dat niet).

Het is niet zo verwonderlijk dat mannen tegen het slot van de wedstrijden elkaar wel eens in de haren vliegen. De laatste jaren worden de excessen echter minder. De vormen van beschaving uiten zich ook heel anders dan vroeger; men is minder openlijk in zijn bedreigingen. de menselijke foefjes zal men echter nooit kunnen uitbannen, ook bij het Skûtsjesilen niet. 
Toch zou men er nu niet meer aan denken om 's nachts een emmer achter het roer van de tegenstander te binden, opdat het schip geen vaart zou kunnen krijgen. Ook staat nu aan de wal de ene schipper de andere niet meer op te wachten om hem dood te steken. Dit kwam nogal eens voor in het verleden. De afloop van één van deze moordaanslagen met voorbedachten rade was overigens vermakelijk. Het overkwam schipper Mindert Peekema van Grouw, minstens een halve eeuw geleden. 
De gevreesde gebroeders Kool stonden aan de wal toen het schip van de Peekema's meerde na de wedstrijd. De eerste die van boord kwam, zou worden neergestoken, zo voorspelden de Kool's onheilspellend. Peekema Sr. bedacht zich niet lang en stapte onmiddellijk aan wal om zich dan maar te laten spiesen. Hij pleitte echter zo overredend dat aan het slot de gebroeders Kool niet hem, maar elkaar letterlijk aftuigden. 

Links de Mindert Peekema uit bovenstaande anekdote. De foto komt uit een pdf die we vonden op dorpsarchiefgrou.nl. Mindert was, net als eerder zijn vader en later zijn zoon, beurtschipper op Sneek en Leeuwarden. Hun schip heette "Dorp Grouw" en was in 1861 door Eeltsje Holtrop van der Zee in Joure gebouwd als "Ebelina". Peekema sr. kocht het in 1873 en ging er ook direct, en met succes, wedstrijden mee varen.

In het midden (uit dezelfde pdf): de "Dorp Grouw" in 1899. Links van de mast Mindert Peekema en aan het roer zijn zoon Wiebe. De Peekema's wonnen met "Dorp Grouw" zoveel prijzen dat het schip van 1880 tot 1886 door zeilvereniging Frisia in hun thuisdorp werd uitgesloten van deelname "wegens meerdere bekwaamheid". 
Tussen 2004 en 2009 werd een replica gebouwd van het legendarische schip. Die replica, de Aebelina, is vaste gast op de Dokkumer Admiraliteitsdagen.

De foto rechts wilden we u ook niet onthouden. We zien hier de vader van Mindert Peekema. In het document op dorpsarchiefgrou.nl wordt deze reus als volgt beschreven: Hy woech in twahûndertfiftich poun en wie ûnwitend sterk. As er moal sjoude, hie er ûnder elke earm ien sek en naem dan ek noch yn elke hân in sek mei. Dat wien dan sekken fan hûndert poun.

Uit de oude doos

Vorige keer hadden we hier een foto uit een wel héél oude doos: skûtsjes bij een terpafgraving in 1884. Dit keer, omdat u zo lang hebt moeten wachten, maar liefst drie foto's. Ze zijn van 100 jaar later, maar toch ook al weer bijna 40 jaar oud.

We troffen de foto's aan op zuiderzeecollectie.nl. Ze geven een beeld van onze nieuwe vaste ligplaats, maar dan zoals het er daar in 1983 uit zag. Bijzonder is dat bij de foto's ook de namen van de schepen vermeld worden, en van twee van de drie ook het type.
Naast "De Vrouwe Lena" (type niet vermeld, maar lijkt iets klipper-achtigs) ligt het potschip de "Twee Gebroeders" en op de helling de snik "Grietje".

We zijn benieuwd wat er van deze schepen geworden is... Als iemand informatie heeft, horen we het graag!

De scheepshelling aan het Grootdiep was in 1980 gerenoveerd, zodat dat de toenmalige Dienst Werkvoorziening Oostergo er schepen kon gaan opknappen en onderhouden. De eerste klus was een opdracht van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen: het restaureren van twee ijzeren veldschuitjes en een bijzondere 'aalboot' uit 1916, de Zeester. De Zeester, met aan dek de twee veldschuitjes, arriveerde begin november 1980 in Dokkum, na een (aldus de Nieuwe Dockumer Courant) barre tocht vol hindernissen.  

Toen na een aantal jaren de milieueisen strenger werden, moest men de activiteiten op en bij de scheepshelling staken. De investeringen die nodig waren om te kunnen voldoen aan de nieuwe eisen waren te hoog.

Stichting De Noarderling

Meester J.P. Miedemastraat 14

9103 NG Dokkum

info@dokkumerskutsje.nl

www.facebook.com/dokkumerskutsje

www.dokkumerskutsje.nl

SHARE TWEET FORWARD
MailerLite