Ik vind het een intrigerende prent, en wel om meerdere redenen.
Ten eerste omdat ik niet zou weten waarvoor deze tekening gemaakt zou kunnen zijn. Ik heb mij er het hoofd over gebroken, maar er is me geen publicatie van bekend. Hij komt in elk geval niet voor in een Bommelverhaal. (Hoewel… Daar kom ik zo op terug.)
Ik dacht even aan een illustratie voor de verzekeraar Concordia, die in de jaren tachtig veel drukwerk sierde met Bommel-illustraties. Wellicht in reclame voor een uitvaartpolis…?
Maar nee. Een speurtocht onder het vele Concordia-werk op verzamelaarswebsite LastDodo leverde niets met deze illustratie op. Ook volgens verzamelaar Waldo Zeldenrijk, die veel Concordia-materiaal bezit, komt hij daar niet in voor.
Mocht iemand toch een publicatie van deze tekening kennen, laat het me weten!
Ten tweede vind ik het een erg mooie plaat. Hij is sfeervol getekend en hij bevat veel diepte. Er is een mooie verdeling van lichte en donkere delen en verschillende soorten arceringen.
Bommelliefhebber Herman Assink, met wie ik ook mailverkeer had over de tekening, analyseerde dat de tekening ‘compositorisch sterk’ is: ‘Je oog gaat onmiddellijk naar heer Bommel, omdat er veel witruimte is gelaten, maar ook omdat de objecten en de schaduwen zo zijn gepositioneerd dat er lijnen richting de Bommelfiguur gaan om je aandacht daarop te vestigen.’
Het is niet altijd duidelijk of een tekening helemaal van Toonder zelf is, maar bij deze ben ik daar wel van overtuigd.
Dat heeft ook te maken met de derde reden waarom de plaat me fascineert: het onderwerp. Een kerkhof, maar niet zomaar een kerkhof: een échte Ierse begraafplaats. Met Keltische kruisen, die bovendien schots en scheef staan.
Een onderwerp dat Marten Toonder natuurlijk na aan het hart lag. Het boeide hem dat in het Ierse christendom veel pre-christelijke Keltische gebruiken werden overgenomen, en zag het Keltische kruis als een ultiem voorbeeld daarvan. Dat is namelijk een samensmelting van twee symbolen: het christelijke kruis en de cirkel, die voor de Kelten stond voor de zonneschijf en dus voor de Keltische zonnegod Lugh, met wie Christus werd geïdentificeerd.
Zaken die mijzelf momenteel ook erg interesseren, omdat ik midden in de voorbereiding zit van de (volgeboekte) Marten Toonderreis naar Ierland, die volgende maand plaatsvindt.
Je vraagt je af wat de reden is geweest van heer Bommels bezoek aan de begraafplaats. Het graf van zijn goede vader bezoeken?
Want dat die niet meer leeft, staat vast, getuige Bommeliaanse uitspraken als:
- ‘Mijn goede vader zou zich in zijn graf omdraaien als hij niet overleden was.’ (‘De minionen’, afl. 0737)
- ‘Mijn goede vader heeft zich in zijn graf omgedraaid, zodat ik hem niet in de ogen durf kijken!’ (‘De antiloog’, 01171)
- ‘Als mijn goede vader dit had meegemaakt, zou hij zijn graf omdraaien…’ (‘De zelfkant’, 01491)
Maar de vraag is of wijlen zijn vader op een Ierse begraafplaats ligt. Het gerucht gaat immers dat die in Amerika woonde…
Er zijn twee Bommelverhalen waarin een begraafplaats voorkomt: ‘Tom Poes en de vuursalamander’ (1965) en ‘Heer Bommel en de blijdschapper’ (1970). Een kerkhof in Rommeldam lijkt een beetje misplaatst, aangezien de personages in deze verhalen nooit sterven – ondanks dat Bommel senior dat blijkbaar ooit wél gedaan heeft.
Laten we even kijken hoe die kerkhoven eruitzien.
In het eerstgenoemde verhaal blijkt een onderaardse gang van Bommelstein naar ‘een naburige begraafplaats’ te lopen, waar Bul Super en Hiep Hieper handig gebruik van maken.
|