BommelDingen bekijk webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

‘Kwille ruit – kwille ruit!’

‘Niet alleen werd het straatbeeld meer en meer door ruitjestextiel beheerst, doch ook zag men er vreemdelingen die schaamteloos zonder masker rondliepen.’

Nee, bovenstaand Bommelcitaat heeft niets met de huidige actualiteit te maken. Al heb ik inmiddels al bestellingen ontvangen van geruite mondkapjes door mensen die er iemand mee op straat hadden zien lopen…

Dit citaat komt toevallig bovendrijven in het navolgende ‘Bommelding’, en het is geheel toeval dat het naar de hedendaagse situatie verwijst. Er komt trouwens zo ook nog een ander citaat langs waarvan je dat kunt zeggen.

Dit is weer een aflevering in een serie rond heer Bommels ruitjesjas. Zoals ik vorige week al schreef zijn er enkele verhalen waarin meerdere personages een geruite jas dragen, tot hele massa’s aan toe.

Schoonschijners

Allereerst ‘Tom Poes en de Schoonschijners’ (1952). Daarin gaan heer Bommel en Tom Poes op vakantie naar het land Schoonschijn. Bij de grens worden ze tegengehouden door een slagboom en twee douaniers, die hen vragen uit te stappen.

Dit verzoek bevreemdde heer Ollie enigszins, maar de douaniers waren zó beleefd, dat hun jassen vanzelf het ruitjespatroon aannamen waar hij zo van hield. (1619)

Niet voor niets zien deze figuren eruit als kameleons. Zelfs hun hoeden doen mee…

Vervolgens wordt de Oude Schicht op grondige wijze door de douaniers gesloopt. Na dit ‘onderzoek’ buigen ze beleefd, ‘en hun jassen ruitten van louter vriendelijkheid net zo als die van heer Bommel’.

(Tussen haakjes: mooi nieuw werkwoord, ‘ruiten’…)

Het blijkt dat het in het land Schoonschijn om de schone schijn draait: alles lijkt van buitenaf prachtig, maar is in werkelijkheid nep. De toeristen worden uiterst beleefd toegesproken, maar ondertussen op brutale wijze afgezet. Dat de Schoonschijners daarbij heer Bommels ruitjespatroon aannemen, kan die niet waarderen: ‘ik vind het maar een misselijk gedoe om een heer na te apen. Waar blijft men als iedereen er hetzelfde uitziet?’ (1627)

Het loopt dan ook al snel mis: heer Bommel krijgt de schuld van een oploopje dat hij niet veroorzaakt heeft en hij wordt meteen voor de rechter gebracht. Die verwijt hem dat zijn jas ‘nog steeds geruit’ is: ‘Weet u soms niet, dat het de gewoonte is, om de kleur van hogergeplaatsten over te nemen? Artikel 17 van het boekje Hoe het hoort, verdachte! Het doet mij leed, dat ik u op zoiets vanzelfsprekends moet wijzen.’ (1630) Heer Bommel en Tom Poes worden in de cel opgesloten ‘totdat uw jas de kleur van mijn toga aanneemt, zoals dat hoort’.

Na een ontsnappingspoging wordt het tweetal door een arts onderzocht. Deze beschouwt Tom Poes als een onbelangrijk geval, maar bestudeert verbaasd de ruiten van heer Bommel jas: ‘We staan hier voor een geval van Ingebeelde Persoonlijkheid. Dit beklagenswaardige slachtoffer kan niet verkleuren.’ Heer Bommel is verontwaardigd: ‘Iemand van stand verkleurt niet, dat begrijpt zelfs een kind! Ik koop mijn textiel altijd in eerste klas zaken!’ (1642)

Zijn boosheid brengt de dokter van zijn stuk waardoor ‘zijn smetteloos witte jas enkele flauwe ruitjes begon te vertonen.’ Enkele aanwezig verplegers roepen ontsteld uit: ‘De dokter is verkleurd! Deze patiënt is besmettelijk! Een gevaarlijk geval! We moeten de lijder onmiddellijk isoleren!’

Na allerlei verwikkelingen, waarbij zelfs blijkt dat de dokter van plan is om via een hersenoperatie heer Bommels persoonlijkheid aan te passen, weten beide toeristen te ontsnappen. Op een aanplakbiljet wordt heer Bommel omschreven als een ‘onaangepaste vreemdeling in geruit uiterlijk’ (1656).

In een kledingzaak koopt heer Bommel een Schoonschijnerscolbert: ‘Maatloos en prima verschietend!’ Hij mag hem ruilen voor zijn eigen jas, die de winkelier als een ‘eigenaardige frak’ beschouwt. ‘Buitenlandse snit met gedurfde tekening...’

Gelukkig slagen ze erin het land uit te komen. Thuisgekomen haalt Joost onmiddellijk heer Bommels ‘nieuwe ruitje’ van boven (1671).

Nieuwe Denken

‘Heer Bommel en het Nieuwe Denken’ (1966) vertoont een aantal opvallende overeenkomsten met ‘De Schoonschijners’. Ook in dit verhaal brengen heer Bommel en Tom Poes een bezoek aan een merkwaardig land, ditmaal het eiland Novo. Ook hier is sprake van na-aperij, maar dan heel letterlijk: de inwoners hebben een gorilla-achtig uiterlijk, en vreemdelingen dienen een masker te dragen om niet uit de toon te vallen.

Uit de toon vallen doet heer Bommel natuurlijk bij uitstek in zo’n land:

‘Kijk es, wat een jassie!’ schreeuwde een ander. ‘Laten we nou wel wezen. Dat gaat zo maar niet!’ (5700)

‘Zag je die geruite jas?’ riep een opgewonden voorbijganger, een eindje verderop.
‘En dat hoofd!’ vulde de tweede aan. ‘Die gaat naar de Aanpasserij. Dat is vast!’
(5712)

Weer wordt heer Bommel de schuld in de schoenen geschoven van een opstootje dat hij niet veroorzaakt heeft. In de Aanpasserij dreigen hem door twee personeelsleden in witte jassen letterlijk de hersens te worden doorgespoeld en het brein gewassen.

Net op tijd wordt hij echter ontdekt door de Idoolmaker, die eerder van Tom Poes heeft gezegd: ‘Een kale troep. Ik zoek iemand met persoonlijkheid. Een jas bijvoorbeeld.’ (5716) Bij een eerste blik op heer Bommel roept hij uit: ‘Ik zie het al. Net wat ik zocht. Een geruite jas! Wat een persoonlijkheid!’ (5719)

Dit zorgt voor een wending in hoe er tegen heer Bommel wordt aangekeken: er wordt een idool van hem gemaakt. Met een eigen hit, ‘De Toren van Bommel’, die al gauw een ‘toppop’ wordt. De Idoolmaker:

‘Ja, jongens,’ sprak hij. ‘We gaan iets helemaal nieuws brengen. Wij hier in Novo houden van het Nieuwe Denken. Nou, dit is nieuw. En ik zal je es wat vertellen. Ik zal je een tip geven. Geruite jassen worden in!’ (5726)

Deze voorspelling komt uit. Zelfs Zagtbol Negen van de Aanpasserij draagt een ruitjesjas. Tot ongenoegen van zijn collega.

‘De gevolgen van die nieuwe trend zullen een beetje veel te gek zijn!’ riep Loosgeest Vijftien uit. ‘Hij komt uit vreemde streken. Ergens kunnen we op die manier onze Kul Tuur niet zuiver houden. En dan nog wel geruite jassen. Waar moet het op die manier heen met de Aanpassing?’
Dat was inderdaad de vraag. Niet alleen werd het straatbeeld meer en meer door ruitjestextiel beheerst, doch ook zag men er vreemdelingen die schaamteloos zonder masker rondliepen.
(5730)

Het hoogtepunt is een optreden in de Gehoorzaal van Novo.

Toen de avond dan ook was gevallen en de lichten die om een beeltenis van heer Bommel waren aangebracht, aan- en uitflitsten, bewoog zich een dichte menigte voor de ingang van het gebouw. Voor een vreemdeling bood het een enigszins eentonige aanblik. Alle bezoekers droegen dezelfde geruite jassen en ook overigens was er in hun uiterlijk weinig afwisseling te bespeuren. Maar allen werden ze bewogen door een sterke ontroering, die door grote beweging en luid geschreeuw tot uitdrukking kwam. Het was duidelijk, dat heer Ollie In was. (5733)

Het optreden zelf is een hilarische verwijzing naar het desastreus verlopen optreden van de Rolling Stones in het Scheveningse Kurhaus op 8 augustus 1964, dus twee jaar eerder:

‘Laatmelos!’ brulde heer Bommel in grote drift. ‘Kwilleruit!’
Zo roepende beukte hij met beide vuisten op het gebarsten trommelvel en stampte hij met de voeten tegen de binnenkant van het koperen vat, zodat een dof ritme de grote ruimte vulde. Op de maat daarvan rezen de toeschouwers overeind om het aanwezige meubilair in puin te slaan. Lampen kwamen kletterend omlaag, stoelen vlogen door de lucht en hier en daar was het ritmische geknerp van meegebrachte zaagjes hoorbaar.
‘De Toren van Bommel!’ schreeuwde de menigte. ‘Kwille ruit – kwille ruit! Lekkere biet!!’
‘De toorn van een Bommel!’ brulde heer Ollie daar tussen door.
(5736)

Interessant is dat in beide verhalen de ruiten op zijn jas heer Bommel tot een Persoonlijkheid maken. En dat de ruiten in beide gevallen aanstekelijk werken: in ‘De Schoonschijners’ vooral besmettelijk, in ‘Het Nieuwe Denken’ raken ze in de mode. Dit gebeurt wat heer Bommel betreft natuurlijk allemaal wel tegen wil en dank, want waar blijft men immers als heer van stand als iedereen er hetzelfde uitziet.

Volgende week nog een laatste verhaal met ruitjesjassen ‘in de mode’.

Zoals ik vorige week al vertelde, zijn de ruitjesmondkapjes een groot succes. Om even met de Idoolmaker te spreken: ik zal jullie een tip geven. Geruite mondkapjes worden in!

Bestel ze hier.

Online lezing ‘De Bommelbibliotheek’

Op vrijdagmiddag 11 december organiseer ik een online lezing getiteld ‘De Bommelbibliotheek’. Echt een onderwerp voor de donkere wintermaanden…

Lees hier meer

Klaas Driebergen

website

Dit bericht is verzonden naar .
Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor Bommeldingen hebt ingeschreven.

Reacties vind ik altijd leuk! Dat kan simpelweg door deze e-mail te beantwoorden.

Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden. Zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link.

Eerdere afleveringen gemist? Je kunt ze hier nalezen.

Afmelden kan hier.
MailerLite