“‘Daar staan ze’, zei Abbas berustend. ‘Mamel en Hildrik, en oom Habat ook. Ach ja, veel van ons laten zich maar begroeien. Dat is makkelijker dan altijd vluchten. Je kan wringerdbladen eten en je hoeft niet meer te denken. Je brein wordt door de wringerds gebruikt om zich te bewegen en te voeden. Zo is het leven hier.’”
Wringerds komen niet in Van Dale voor. Wel de wingerd: zo wordt de wijnstok ook wel genoemd, en de wilde wingerd is de ‘op de wijnstok lijkende klimplant met vijf- of drietallige bladeren, die in de herfst fraai rood kleuren’. De wringerd uit dit verhaal moet dus de kwaadaardige tak van dezelfde klimplantenfamilie zijn.
Dat is trouwens allemaal weer wat anders dan klimop, dat we hoogstwaarschijnlijk op de hierboven getoonde foto zien. Maar als je zo’n foto bekijkt en je probeert voor te stellen hoe het voor een boom moet zijn om helemaal omstrengeld te zijn door klimop, dan kan dat allicht tot het idee van de wringerds van Apoka leiden.
De foto is niet met zekerheid te dateren, maar hij stamt naar alle waarschijnlijkheid van vóór het verschijnen van ‘De andere wereld’. Ik weet echter niet of de opmerking achterop (mogelijk geschreven door een van de kinderen Toonder) er in dezelfde tijd op is geschreven als dat de foto gemaakt is, of pas na de verschijning van het verhaal. In het eerste geval was een wringerd misschien wel een uitdrukking die de familie Toonder voor de klimop gebruikte, en die Toonder toen maar in een verhaal verwerkt heeft.
Zelf vind ik het waarschijnlijker dat het opschrift van na het verhaal is. Hoe dan ook blijkt eruit dat bepaalde gegevens, woorden of uitdrukkingen uit Toonders verhalen ook in zijn dagelijkse leven een rol speelden.
Over klimop gesproken… In het Engels heet dat ivy. Dat is ook weer de naam van de jonge verleidelijke heks in ‘De trullenhoedster’. Daar zit natuurlijk ook wat achter. Maar daarover een andere keer.
|