“Toen hij eenmaal een mooi levensdoel gevonden had, liet heer Bommel er geen gras over groeien. Hij haalde zijn schildersbenodigdheden van de vliering en begaf zich naar het strand, waar hij de zaak overzichtelijk liet opstellen door Joost, die alles had meegevoerd. ‘De ezel hier,’ zo sprak hij. ‘Dan heb ik het beste uitzicht op de golven. De tubes aan mijn rechterhand en het handboek “Schilderen in twaalf lessen” achter mij en de thermosfles binnen bereik. Zo, nu kan ik mij ongeremd uitleven, als je begrijpt wat ik bedoel.’ ‘Zeer wel,’ zei de trouwe knecht. ‘Anders nog iets van uw dienst?’ Heer Ollie schudde slechts het hoofd. Hij had zijn palet reeds volgesmeerd met mooie kleuren en ging nu geheel op in het tekenen van een golvende lijn. ‘De beste uitbeelding van het Nu,’ prevelde de kunstenaar, terwijl zijn bediende zich huiswaarts spoedde. ‘Dan moet ik golven maken, dat is logisch. De golf van Nu is anders dan alle vorige en alle volgende. Een hoogstaande gedachte, waar vast nog niemand op gekomen is. Maar het is wel lastig, dat die dingen geen ogenblik stil staan.’ Hij boog zich ingespannen voorover en smeerde een blauwe veeg op het linnen. Een eenzame wandelaar, die over het strand naderde, zag hem zo zitten en hield de pas in. ‘Die makker mag wel oppassen,’ sprak hij tot zichzelf. ‘De vloedgolf daar voor hem vibreert nogal en die zal hem vast en zeker over zijn bolle eh… dinges donderen.’”
Die wandelaar is Terpen Tijn, en het vervolg laat zich raden. Ook dat wordt op onnavolgbare manier beschreven door Toonder:
“Die vrees was gerechtvaardigd. Heer Bommel was zó verdiept in het tekenen, dat hij de branding die voor hem oprees, niet in de gaten had. Dat wreekte zich natuurlijk. Met een brullend geluid stortte de watermassa over hem heen, zodat hij geheel aan het oog onttrokken werd. Enkele ogenblikken kolkte en schuimde de zee op het getroffen strand, maar toen trok zij zich terug, schildersbehoeften en verversingen met zich voerend. De kunstenaar bleef uitgeblust en bedekt met wieren in een plas achter, zonder belangstelling voor zijn omgeving.”
Maar waar het me om gaat is de grote golf die je gedurende de drie hierboven getoonde plaatjes achter heer Bommels schildersezel ziet oprijzen. Met name op het derde plaatje is goed te zien dat Toonder ook deze golf op die van Hokusai heeft gebaseerd. Alleen wel in spiegelbeeld.
|