BommelDingen bekijk webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

Bommels verjaardagsdatum

Hartelijk gefeliciteerd met de verjaardag van heer Bommel! Het is zojuist, klokslag 12 uur, 13 december geworden, en dat geldt binnen de Bommelgeleerdheid als de verjaardagsdatum van heer Bommel.

Hoe weten zij dat eigenlijk, die Bommelkundigen, dat hun geliefde heer van stand op 13 december jarig is?

Welnu: het is een simpele optelsom van enkele gegevens uit verschillende verhalen.

De eerste hint wordt gegeven in het verhaal ‘Tom Poes en het slaagsysteem’ (BV 64 uit 1955). Daarin vertelt heer Bommel dat hij op ‘zondag de dertiende’ jarig is:

“Heer Bommel schikte zich moeilijk in de omstandigheden.
‘Ik had me iets anders voorgesteld van mijn vakantieverblijf,’ sprak hij klagend, toen ze na het eten bij een open haard zaten. ‘Ik had verwacht een ruim en geriefelijk hotel te vinden, vol goede zorgen voor een vermoeid heer die in de winter wat zonneschijn en vitaminen zoekt voor zijn tere gezondheid. Ik had gehoopt op mijn verjaardag een klein, doch opgewekt feestje te kunnen geven aan mijn medegasten.’
‘Ach, is de geëerde heer jarig?’ vroeg de hotelondernemer verrast.
‘Ik ben niet jarig. Ik wòrd jarig!’ verbeterde heer Ollie. ‘Op zondag de dertiende. Maar erg feestelijk zal het niet worden op deze kale bergtop.’
‘Jarig op zondag de dertiende?’ riep de waard uit. ‘Maar dat is immers gans wonderbaar! Dan bent u een héél bijzonder persoon!’
‘Hm!’ zei heer Bommel. ‘Och ja, wij Bommels zijn wel bijzonder, wat jij, Tom Poes?’ ‘Zeker,’ zei Tom Poes. ‘Maar waarom is jarig zijn op zondag de dertiende zo zeldzaam?’ De oude zette de schalen en borden neer en ging tegenover hen zitten.
‘Niet ver van hier is een grotli,’ zei hij geheimzinnig. ‘Een wensgrotli! Een héél bijzondere attractie van deze omgeving. Wie jarig is als de dertiende op een zondag valt, mag daar een wens doen. En als het een goede wens is, komt hij altijd uit. Ja, ja, dat is iets gans wonderbaars.’
‘Een grotli?’ vroeg heer Ollie verbaasd.
‘Een wensgrot,’ legde Tom Poes uit. ‘Een of andere spelonk die ze zo noemen om toeristen te trekken, natuurlijk.’
‘Ik weet het niet,’ zei heer Bommel peinzend. ‘Een wensgrot! Hm! Soms zit er iets in dat oude bijgeloof. En tenslotte is het héél bijzonder om jarig te zijn op zondag de dertiende, zeg nu zelf! We zullen zien, jonge vriend!’”

De tweede aanwijzing is te vinden in het verhaal ‘De astromanen’ (BV 127, 1969). Een verhaal dat de astrologie als onderwerp heeft. Heer Bommel, die zich hier tot dan toe blijkbaar niet mee bezig had gehouden, komt erachter dat hij een ‘boogschutter’ is.

“‘Wat is d-dat voor onzin?’ bracht hij er moeilijk uit. ‘Wat bedoel je, dat je een vis bent? Ik vind dat een zeer ongepaste opmerking op de vroege ochtend!’
Joost trok het ochtendblad uit zijn zak en vouwde het met trage bewegingen open.
‘Hier staat het,’ verklaarde hij. ‘“De sterren spreken”, ziet u wel? Het is zogezegd een astrologische rubriek. Men hoeft alleen maar te weten wanneer men geboren is, als u mij toestaat. Dan kan men lezen wat er gebeuren zal. En aangezien ik onder de Vissen jarig ben...’
Heer Ollie luisterde niet verder. Hij greep de krant en liet zijn ogen over het kolommetje dwalen. Zo doende ontspanden zijn trekken zich en ten slotte barstte hij in lachen uit. ‘Hahahaha!’ riep hij. ‘Kijk nu toch eens aan. Ik ben een Boogschutter! Wat jammer dat mijn goede vader dit niet heeft geweten; hij heeft altijd gezegd dat ik meer aan sport moest doen. En kijk, ik moet vandaag oppassen voor vocht, vervettende spijzen en opwinding, terwijl ik ook een belangrijke brief zal schrijven! Hahahaha! Hoe verzint men de onzin?’
‘Ik heb ergens gelezen, dat het geen onzin is, met uw goedvinden,’ begon Joost, doch deze opmerking deed heer Bommel opnieuw betrekken.
‘Genoeg!’ riep hij, terwijl hij opsprong. ‘Geen woord meer over deze zwendel! Ga het ontbijt klaarmaken, onmiddellijk!’
Joost haalde verslagen de schouders op en slofte naar de keuken.”

Aangezien alle Boogschutters geboren zijn tussen 23 november en 21 december, is er maar één conclusie mogelijk: heer Bommel verjaardag moet op 13 december zijn.

Punt.

Of toch niet…?

Er zijn een paar kanttekeningen te maken bij deze redenering. Daarbij maak ik dankbaar gebruik van de Bommel literatuurgids: de ‘Index zaken en begrippen’ bevat een lemma ‘Verjaardagen’, met verwijzingen naar wat er in de loop van de tijd al eerder hierover geschreven is.

1. De hierboven geciteerde aflevering van ‘Het slaagsysteem’ waarin heer Bommel meedeelt dat hij op zondag de dertiende jarig is, met strooknummer 2428, verscheen op vrijdag 11 februari 1955 in de krant. Het spreekt voor zich dat toenmalige lezers dit zo interpreteerden dat heer Bommel op zondag 13 februari jarig zou zijn. Er verschenen op dinsdag 15 februari dan ook enkele ingezonden felicitatiebriefjes in de Volkskrant. Waaronder van twee kinderen die zelf ook op deze dag jarig waren.

(De wens van Joske werd zelfs door heer Bommel vervuld: op 26 februari bedankte zij hem in de krant voor de ontvangen zaklantaarn.)

Natuurlijk loopt de tijd in de strip niet synchroon met de werkelijke tijd. Hierover straks meer.

2. De vraag is of Marten Toonder zelf de exacte verjaardagsdatum in zijn hoofd had toen hij bovengenoemde gegevens in de betreffende verhalen verwerkte.

Hij kan in het eerste verhaal ‘zondag de dertiende’ hebben gekozen omdat dat leuk klinkt, zonder een specifieke maand in het hoofd te hebben gehad: het is een mooie tegenhanger van ‘vrijdag de dertiende’, de ongeluksdag, aangezien zondag de dertiende in ‘Het slaagsysteem’ juist een soort geluksdag blijkt te zijn.

En ook ‘Boogschutter’ lijkt voor de gelegenheid gekozen: het is een komisch sterrenbeeld voor een dikke beer die nooit aan sport doet. Deze ziet daar zelf de humor nog van in ook.

Zou het op het moment van schrijven Toonders bedoeling geweest zijn om deze twee willekeurig gekozen gegevens te combineren tot een specifieke verjaardagsdatum?

Trouwens: de bewuste verhalen zijn uit 1955 en 1969, daar zit 14 jaar tussen. Men kan zich afvragen of hij zich het een nog herinnerde toen hij het andere schreef.

Toonder was sowieso niet zo precies met feitelijkheden: wie bijvoorbeeld de exacte geografie van Rommeldam of de architectuur van Bommelstein wil achterhalen komt erachter dat gegevens hierover uit verschillende verhalen elkaar tegenspreken. Toonder gebruikt dergelijke data net hoe het hem uitkomt.

3. Dat laatste wordt onderstreept door twee andere verhalen te bekijken waarin heer Bommel daadwerkelijk jarig is. Deze verhalen leveren extra gegevens op over heer Bommels verjaardagsdatum die niet stroken met een verjaardag op 13 december. Ten eerste in ‘Tom Poes en Mom Bakkesz’ (BV 44, 1951). Dat verhaal begint in de oorspronkelijke dagbladversie als volgt:

“Op een avond stormde het eens heel hard. De wind kwam van over de zee aangieren en voerde grote, grauwe wolken mee, die vol regen zaten. Nu, regenen deed het! Het kletterde en straalde en spette en plaste dat er al gauw geen droog graspolletje meer te vinden was. De bomen kreunden en kraakten en bogen zich diep voor de stormvlagen, die door hun kruinen loeiden. Het was, om kort te gaan, noodweer, en niemand dacht er aan om voor zijn genoegen een wandeling te gaan maken. Dat Tom Poes dan ook op weg was naar Bommelstein was niet, omdat hij het weer zo prettig vond, maar omdat heer Ollie jarig was. En omdat heer Bommel het hem erg kwalijk genomen zou hebben, wanneer hij die dag zou vergeten, was er voor Tom Poes geen andere keus. Krom worstelde hij zich tegen de regen in naar het slot en klopte aan.
“Goedenavond, jonge heer!” sprak de bediende Joost, die hem met een stormlamp open deed. “Een slecht voorjaar, als ik zo vrij mag zijn. Heer Olivier heeft het haardvuur al doen aanleggen en de electrische lichtleiding
is gestoord. Maar overigens is het verjaringsfeest reeds in volle gang. Het zal heer Olivier genoegen doen u te zien. Want de stemming is een weinig gedrukt, als u mij toestaat mij aldus uit te drukken!”
Tom Poes schudde de regen van zich af en stapte naar binnen. Maar als hij nu verwacht had een zaal vol vrolijke gasten aan te treffen, kwam hij bedrogen uit. Heer Bommel zat kleumerig in zijn leunstoel voor het vuur en de markies De Cantecler de Barneveldt was bezig op sombere, galmende toon een gedicht voor te dragen. Hierbij werd hij begeleid door het bulderen van de wind in de schoorsteen en het tikken van de regen tegen de ramen. Nee, alles bij elkaar was het geen tafereel om er blij bij te worden.”

In dit verhaal is het voorjaar. Daarbij zal Toonder zich geleid hebben door het jaargetijde dat het ook in werkelijkheid was: het verhaal ging van start op 30 mei 1951. Vrijwel zonder uitzondering correspondeert het seizoen in Toonders verhalen namelijk met de tijd van het jaar waarin het verhaal in de krant stond.

Ook in de herpublicatie van dit verhaal in de krant vanaf 29 maart 1985 is het voorjaar in dit verhaal. Hoewel Toonder deze herpublicaties vaak aangreep om zijn verhalen te corrigeren en verbeteren, heeft hij daar in dit geval nog geen gebruik van gemaakt.

De enige manier om een verjaardag in het voorjaar te kunnen rijmen met een verjaardagsdatum van 13 december wordt geleverd door Gilles van Blarkom in Toondertijd 74 (2009): Rommeldam zou zich op het zuidelijk halfrond moeten bevinden… Leuk gevonden! Maar uiteindelijk te vergezocht voor een strip die in een Nederlandse krant verschijnt.

4. Een tweede verhaal waarin heer Bommel zijn verjaardag viert, verscheen een klein jaar na ‘Mom Bakkesz’ (BV 48, 1952): ‘Heer Bommel en het wroeg-wezen’. Ook dit stond in het voorjaar in de krant, het ging van start op 15 april.

Ook van dit verhaal citeer ik het begin in de oorspronkelijke krantenversie:

“Toen Tom Poes op een dag op zijn kalender keek, zag hij, dat het heer Ollies verjaardag was. (In werkelijkheid is het nog niet zo ver. Maar omdat de dagen vlugger gaan dan dit verhaal gaat, loop ik maar wat vooruit. Dan zal het op een dag wel kloppen.)
Tom Poes ging dus in zijn tuin en plukte wat vroege bloemen waar hij een mooie ruiker van maakte. En tegen het vallen van de avond begaf hij zich op weg naar Bommelstein om zijn vriend te gaan feliciteren.
Nu had heer Bommel voor deze gelegenheid het plan opgevat om een echt en deftig feest te geven.
‘Het is goed en wel om een heer van stand te zijn,’ had hij tegen zijn bediende Joost gezegd, “maar wat heeft men daar aan, als niet iedereen weet, dat men dat is, als je begrijpt wat ik bedoel?”
En hij was te werk gegaan en had iedereen, die werkelijk iets betekende in de buurt, uitgenodigd om zijn verjaardag te komen vieren.
Toen Tom Poes dan ook over de weg liep, viel hem het ongewoon drukke verkeer van zéér oude limousines op en hij hield de pas wat in!
‘Misschien is het beter, dat ik morgen ga!’ dacht hij. ‘Als al deze vervelende lieden op visite komen is er maar weinig aardigheid aan. En het is best mogelijk, dat heer Ollie me er liever niet bij heeft – zonder mij kan hij veel sterkere verhalen vertellen.’”

Er vallen hier twee dingen op. Ten eerste de kalender op het plaatje: daarop staat duidelijk 30. Dit staat alleen op het plaatje, niet in de tekst.

Het tweede is de opmerkelijke zin tussen haakjes. ‘In werkelijkheid is het nog niet zo ver. Maar omdat de dagen vlugger gaan dan dit verhaal gaat, loop ik maar wat vooruit. Dan zal het op een dag wel kloppen.’ Dat is interessant!

Natuurlijk: een dag kan in een dagbladstrip meerdere dagen duren, omdat de beschrijving ervan nu eenmaal meer tijd kan vergen dan in één dagaflevering mogelijk is. In dit geval is het in de aflevering die op 30 april gepubliceerd werd, nog steeds de avond van heer Bommels verjaardag. Met andere woorden: dan is de dag bereikt waarop die 30 op Tom Poes’ kalender ‘wel zal kloppen’.

Kortom: wie de gegevens rondom heer Bommels verjaardag uit de oorspronkelijke dagbladstrips naast elkaar legt, komt erachter dat deze met elkaar in tegenspraak zijn. Heer Bommel is een keer op de 13de jarig en een keer op de 30ste, hij is in het voorjaar jarig én hij is een Boogschutter. Dat valt allemaal niet met elkaar te rijmen.

5. Natuurlijk zijn er eerder Bommelologen geweest die zich uitgebreid over deze kwestie gebogen hebben. En die hebben Marten Toonder op deze inconsequenties gewezen. Met name de leden van het Haagsch Bommelgenootschap, onder wier auspiciën de reeks Heer Bommel. Volledige werken. De dagbladpublikaties verscheen, hebben zich uitgebreid beziggehouden met alle mogelijke inconsequenties binnen de verhalenreeks, ten einde deze in overleg met Marten Toonder voor eens en voor altijd de wereld uit te helpen.

In een interview met Stripschrift (oktober 1990) vertelde Jan Bruggeman, een van de leden van het Genootschap, dat de werkelijke aanleiding voor het vaststellen van de verjaardagsdatum van 13 december een Bommelverjaardagskalender was die werd uitgegeven door Concordia. Toen iemand van deze verzekeraar Toonder benaderde met de vraag wanneer Bommel jarig was, had die geen idee… Gelukkig kon Bruggeman (‘Bommel-maniak’) hem dit vertellen aan de hand van de aan het begin van dit artikel genoemde gegevens.

Om ook in de Volledige werken een en ander met elkaar kloppend te maken, hebben ze er in ‘Mom Bakkesz’ voor gekozen om ‘voorjaar’ te veranderen in ‘najaar’. De regel tussen haakjes is weggelaten, maar die is in een boekuitgave sowieso niet meer op zijn plek.

In ‘Het wroeg-wezen’ werd op vakkundige wijze het eerste plaatje aangepast, zodat Tom Poes nu een 13 op zijn kalender ziet.

Ongewijzigd bleven in dit hele verhaal echter de bladeren aan de bomen, waardoor de natuur er niet bepaald zo uitziet als op 13 december…

6. Toch is hiermee nog lang niet alles gezegd. Buiten de Bommelverhalen om heeft Marten Toonder namelijk ook nog weleens uitspraken gedaan rondom heer Bommels geboortedag. Zo sprak Cees Straus in een vraaggesprek met Toonder over astrologie. Dat werd op 17 november 1973 gepubliceerd in het Haarlems Dagblad, dus zo’n vier jaar na het verschijnen van ‘De astromanen’. Straus vroeg aan Toonder tot welk sterrenbeeld heer Bommel behoorde. Diens antwoord:

“Ik vrees dat Bommel een Stier is met Jupiter als planeet: opschepperig en dikdoenerig. In Bommel vind je het vaak verkeerd geïnterpreteerde idealisme terug.”

Een Stier dus, geen Boogschutter. Dat zou op een geboorte tussen 21 april en 20 mei wijzen. Net als Toonder zelf, die op 2 mei zijn verjaardag vierde. (Een ‘Stier met Stier als ascendant’, zo weet Straus te melden.)

7. Een andere buitengewoon interessante bron sluit hierop aan. Het gaat om een brief die in 2001 werd opgenomen in Fijne Trillingen (nr. 17) en ook in 2019 in Toondertijd (nr. 111), de onvolprezen periodieken van respectievelijk Museum De Bommelzolder en de Marten Toonder Verzamelaars Club. Het is een schrijven dat Marten Toonder op 8 maart 1975 richtte aan Hans Keser, toenmalig museumvoorzitter van het Stadskasteel Zaltbommel, waarvoor Toonder in dat jaar een portret van heer Bommel schilderde. In de brief (waarin Toonder ook uitlegt dat de B van Olivier B. Bommel niet voor ‘Berendinus’ staat maar aan zijn naam is ‘toegevoegd omdat het gekleder klonk’) schrijft Toonder dat Olivier B. Bommel geboren is op 2 mei 1941.

Op Toonders eigen verjaardagsdatum dus!

Dit is in feite de eerste keer (voor zover we weten) dat Toonder een duidelijke uitspraak deed over de verjaardagsdatum van heer Bommel. En deze datum strookt met het vermoeden van Toonder dat heer Bommel een Stier is. En ook met een verjaardag in het voorjaar, zoals in ‘Mom Bakkesz’ en ‘Het wroegwezen’.

8. Het jaartal 1941 in de brief brengt ons bij het jaar dat heer Bommel ‘in de werkelijkheid’ geboren werd, namelijk toen het verhaal ‘Tom Poes in de tovertuin’ voor het eerst verscheen. Dat gebeurde echter wel iets later dan 2 mei: de eerste aflevering van dat derde verhaal van Tom Poes, waarin die een ‘vreemde figuur met een geruite jas’ voor zich uit ziet lopen, stond op 12 juli 1941 in de krant. Ook díe datum kan dus als heer Bommels geboortedatum gelden, als de dag waarin hij in gedrukte vorm het levenslicht zag.

(Let op: er valt dus iets te vieren komend jaar: 1941 is in 2021 tachtig jaar geleden!)

Zou er trouwens toch nog enige waarheid kunnen schuilen in Toonders datering ‘2 mei 1941’? Zou het bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat hij op die dag voor het eerst de figuur van heer Bommel tekende…?

Het is mogelijk, al lijkt het niet waarschijnlijk. Toonder werkte weliswaar een paar weken vooruit, maar geen tweeënhalve maand. Bovendien moest verhaal nummer twee op 2 mei zelfs nog van start gaan: dat begon op 10 juni.

Maar we zullen nooit weten wanneer Toonder zijn allereerste schetsen van heer Bommel maakte.

9. Er staat nog een andere interessante opmerking in de genoemde brief. Na de vermelding van heer Bommels geboortedatum meldt Marten Toonder tussen haakjes: ‘Dat hij er zoveel ouder uitziet komt omdat hij reeds volwassen was, toen hij op de wereld kwam.’

Het is belangrijk om ook hier even bij stil te staan. Een ‘verjaardag’ is een zeer relatief begrip bij een stripfiguur die nooit ouder wordt. Kun je het eigenlijk wel een ‘geboortedag’ noemen? Is heer Bommel ooit geboren? Hij is nooit kind geweest, hij was al ruim volwassen bij zijn eerste optreden, en wordt ook nooit echt ouder.

Hoewel: er is natuurlijk wel een sterke ontwikkeling in zijn uiterlijk waarneembaar. Zoals Toonder tegen Robin Lutz zei: ‘Mickey Mouse en Donald Duck worden nimmer ouder. Die hebben dezelfde koppen als twintig jaar, of nog langer, geleden. De oude Bommel lijkt niet meer op de jonge. Hij is veranderd; je kunt aan hem zien dat hij inderdaad ouder wordt, ervaringen opdoet.’ (Een heer vertelt, boekuitgave 2011, p. 17)

Maar echt bejaard is Bommel nooit geworden. Hij is altijd van middelbare leeftijd geweest en zal dat ook blijven. Zoals Tom Poes altijd zijn ‘jonge vriend’ is geweest en blijft.

Niet onvermeld kan een andere brief van Marten Toonder blijven die in 2007 gepubliceerd werd in Toondertijd, maar waarvan de datum van schrijven niet wordt vermeld. Gevraagd naar de ouderdom van heer Bommel zegt deze dat de eerste datum van diens verschijning in de krant niet zijn verjaardag is: ‘hij stond toen alleen maar in de krant. Dat spreekt, want toen hij er de eerste keer in stond was hij immers al volwassen. Bovendien moet u niet vergeten dat ieder avontuur, dat hij meemaakt, maar een paar dagen duurt. In de 50 jaren die u noemt heeft hij wel veel meegemaakt, maar toch niet alle jaren achter elkaar.’ Hij besluit met: ‘Het spijt me, ik weet het echt niet’…

Ook nog vermeldenswaard is tot slot heer Bommels reactie die door de Volkskrant werd gepubliceerd als ‘naschrift’ bij de eerder getoonde felicitatiebrieven van kinderen:

‘Leeftijd betekent niets voor me.’


Conclusie van dit behoorlijk uitgedijde epistel: Marten Toonder leverde over heer Bommels verjaardag in de loop der jaren verschillende gegevens aan die met elkaar in conflict waren, en echt weten deed hij het zelf ook niet.

Toonder beschouwde zichzelf als de ‘biograaf’ van Bommel, en niet als diens ‘bedenker’ die dus op alle lezersvragen over zijn personage wel een antwoord kan verzinnen; hij moest het ook maar doen met de gegevens die hij toevallig vernomen had.

De behoefte om een concrete datum te kunnen noemen komt ook niet van Toonder zelf, maar van zijn fans.

Gelukkig heeft Toonder toch ingestemd met het vastleggen van een datum. En kunnen we vandaag heer Bommels verjaardag vieren.

Al zullen we dan ook nooit weten hoe oud hij wordt.

Klaas Driebergen

website

Dit bericht is verzonden naar .
Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor Bommeldingen hebt ingeschreven.

Reacties vind ik altijd leuk! Dat kan simpelweg door deze e-mail te beantwoorden.

Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden. Zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link.

Eerdere afleveringen gemist? Je kunt ze hier nalezen.

Afmelden
MailerLite