Het is zo’n heerlijk, verwachtingsvol begin. Dat woud, die bomen waarachter mysteries schuilen, het vroege op stap gaan, de stralende zon en zingende vogels…
Wim Hazeu wijst in zijn biografie op de sterke gelijkenissen van dit begin met het eerste hoofdstuk van Winnie-the-Pooh van A.A. Milne. Hier is duidelijk de kinderboekenschrijfster Phiny Dick aan het woord.
Ik vind het dan ook mooi hoe deze aflevering eindigt:
“Tjonge” dacht Tom Poes. “Dat is een zwaar vrachtje voor zoo’n klein mannetje! Wat zou hij daar mee willen? Wat zou er in dien zak zitten? Daar moet ik het mijne van hebben!”
‘Daar moet ik het mijne van hebben’. Ook zo’n typisch zinnetje uit oude kinderboeken, uit de koker van Phiny.
Het is een zinnetje dat meteen een belangrijke karaktertrek van Tom Poes uit de doeken doet: nieuwsgierigheid. Door zijn neus in andermans zaken te steken, komt het avontuur op gang. En hij is daarin vasthoudend, want ook nadat de dwerg op niet mis te verstane wijze zijn ongenoegen heeft geuit over de bemoeizucht van Tom Poes, denkt deze:
“Er is vast iets niet in orde met dat ventje, er zit natuurlijk iets in dien zak wat niet pluis is! Maar ik wil er het mijne van hebben, ik ga er achter aan!”
Gelukkig maar dat Tom Poes deze eigenschap heeft, want daardoor kan hij een avontuur beleven, en zelfs de markies van Muizenis van de laarzenreuzen bevrijden.
Het zinnetje komt in de oudere Tom Poes-verhalen vaker voor, maar in de latere verhalen volgens mij niet meer. De verteltrant van de verhalen wordt na verloop van tijd een stuk minder kinderlijk, maar Tom Poes is mogelijk ook voorzichtiger geworden. Bovendien is het later vooral heer Bommel die met zijn onbezonnenheid het avontuur op gang brengt. En dankzij de andere eigenschappen van Tom Poes (hulpvaardigheid, slimheid – het ‘verzinnen van listen’) brengt die het tot een goed einde.
Typerend voor de verhoudingen tussen het tweetal is dat Tom Poes’ verjaardag morgen wordt gevierd op een ‘Bommeldag’, geen ‘Tom Poesdag’. Maar goed, dit evenement vindt dan ook in Zaltbommel plaats.
Zoals eerder gemeld ben ik daar ook: met een lezing over dieren in Toonders oeuvre (samen met Dick de Boer) en aansluitend daarop de boekpresentatie van Het leven der dieren, en met een lezing over ‘Bommel en Bijbel’. Daarnaast is het de eerste dag van de tentoonstelling over ‘Bommel en Bijbel’ in de Sint-Maartenskerk (die drie maanden te bezichtigen blijft).
Wie weet tot morgen!
|