BommelDingen bekijk webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

De techniek achter een Bommelverhaal

Het geheim van Marten Toonder wordt gedrukt! Afgelopen maandagmiddag was ik samen met een aantal andere betrokkenen aanwezig bij uitgeverij en drukkerij Joh. Enschede Amsterdam om dit met eigen ogen te kunnen zien. Interessant natuurlijk: ikzelf was nog nooit bij het drukken van een boek aanwezig geweest.

Welnu, hier de drukpersen in bedrijf:

Een groot deel van het boek was op dat moment al gedrukt. Dat wil zeggen dat er pallets met flinke stapels met grote bedrukte vellen papier klaar stonden om naar de boekbinder te gaan, die deze vellen tot katernen vouwt en samenbindt en er daadwerkelijk een boek van maakt.

En als je die vellen bekijkt, dan zie je dat dit eigenlijk gewoon het mooiste boek gaat worden dat er rondom Marten Toonder en zijn werk gemaakt is. Wat een prachtige kleuren, en dan op dat grote formaat… Veel afbeeldingen geven je de indruk dat je naar de originele tekeningen zélf zit te kijken!

Dit gaat een boek worden waarvan je als Bommelliefhebber echt geen spijt gaat krijgen dat je het gekocht hebt, ondanks de prijs...

Het openen en uitpakken van de cassette van het boek wordt trouwens een belevenis op zich, waarbij telkens iets meer onthuld wordt van de inhoud ervan.

Nog meer foto’s van deze middag heb ik op mijn Bommel-Facebookpagina geplaatst.

Deze maand vertel ik in mijn BommelDingen elke week iets over de inhoud van dit kunstboek. Deze keer meer over twee andere zaken die er in de cassette bij het boek geleverd worden: de dvd en het cliché. En, over drukken gesproken: dat heeft alles te maken met de druktechniek uit de tijd dat Bommel nog in de krant verscheen.

De dvd

Op de dvd staat een televisiedocumentaire uit 1963 van de AVRO, getiteld Als je begrijpt wat ik bedoel. Dat lijkt een niet zo heel erg originele titel, maar Marten Toonder zegt erin het volgende:

“Ik wantrouw het woord, ja. Dat is de reden dat ik er plaatjes bij gemaakt heb. Ik geloof dat het woord alléén zo beperkt is, dat men niet zal begrijpen wat ik bedoel, als je begrijpt wat ik bedoel. En daarom ga ik het dus verduidelijken.”

Toonder komt uitgebreid aan het woord over zijn werk, en een aantal toentertijd bekende Nederlanders én een kind vertellen wat ze zo leuk aan Bommel vinden.

Het leukste onderdeel van deze docu vind ik dat in beeld wordt gebracht hoe de Tom Poes-strip tot stand komt. Zoals ik eerder vertelde, is in Het geheim van Marten Toonder veel aandacht voor de verschillende fases in het maken van een verhaal, en de dvd sluit hier mooi op aan.

Je ziet om te beginnen Marten Toonder samen met Lo Hartog van Banda aan het brainstormen over een nieuw verhaal, met zichtbaar genoegen. Toonders aantekeningen worden in beeld gebracht, en als je dan het beeld stil zet, kun je zien dat het over het ‘kukel’ gaat.

Vervolgens wordt de totstandkoming van strook 4833 in beeld gebracht. Eerst zie je een potloodtekenaar, een nog jonge Jan van Haasteren, aan de hand van een ‘korte inhoud’ van Toonder de potloodtekeningen maken.

Daarna wordt er verteld: ‘Toonder corrigeert deze schetsen nauwkeurig.’ Wat je ziet is hoe Toonder de toch niet onverdienstelijk getekende boom van Van Haasteren geheel weggumt en met grove potloodstreken een nieuwe daarvoor in de plaats tekent. Blijkens de beelden doet hij dit thuis, in Blaricum.

Toonder ‘schrijft zelf de bijbehorende Tom Poes-tekst en geeft in grote lijnen de wijze van inkten aan’. Daarna werkt de inkter, in dit geval Richard Klokkers, de tekening verder uit.

Je mag uit dit alles concluderen dat Toonder in deze periode, vlak voor zijn vertrek naar Ierland, zelf weinig tekende aan Tom Poes, en hier ook niet geheimzinnig over deed.

Voor de grijze tinten in de plaatjes wordt een rasterfilm over de tekeningen geplakt: doorzichtig plakfolie met allemaal zwarte puntjes. Het is interessant om te zien hoe dit rasteren in zijn werk gaat: met een soort scalpel worden de partijen die niet gerasterd moeten worden, eruit gesneden. Wat een precisiewerk!

Dan worden de tekeningen opgestuurd naar de Nieuwe Rotterdamse Courant, waar er clichés van worden gemaakt: een metalen drukplaat (hoofdzakelijk van zink) met de tekenstrook in reliëf. Je ziet daarbij in beeld gebeuren wat als volgt werd uitgelegd op de Toonder-tentoonstelling die eerder dit jaar in het Drukkerijmuseum te zien was:

“Het maken van clichés werd pas mogelijk na de uitvinding van de fotografie. Een cliché is een metalen plaat, waarvan delen zijn weggeëtst zodat er een verhoogd beeld ontstond. De plaat werd eerst voorzien van een lichtgevoelige laag. Er werd een film (negatief) [van de Bommelstrook, KD] op de plaat gelegd, plaat en film werden vacuüm getrokken en vervolgens belicht. De delen waarop licht viel werden hard en onoplosbaar. Bij het ontwikkelen van de plaat losten de onbelichte delen op. Vervolgens werd met een kleurstof het beeld zichtbaar en zuurbestendig gemaakt. In de etsmachine werd het overige metaal met salpeterzuur of ijzerchloride weggeëtst.”

Ondertussen zet een zetter van de krant de verhaaltekst om in drukletters. Cliché en tekst worden op de opmaakafdeling in de krantenpagina gezet. De krant wordt gedrukt en bezorgd bij de lezertjes. Die natuurlijk als eerste de strip lezen…

Het cliché

Nog even over die clichés, waarvan ik er hier een laat zien:

Ik heb eerder gezegd dat elk cliché uniek is. Dit blijkt niet in alle gevallen zo te zijn: een lezer van BommelDingen wees me erop dat een cliché uit De trullenhoedster dat nu bij het boek wordt aangeboden, eerder ook al op Catawiki te koop stond.

Ik heb even uitgezocht hoe dit kan. Waarschijnlijk zit het als volgt.

Bommel verscheen dagelijks in twee of meer kranten tegelijk, en die hadden allemaal een cliché van dezelfde tekenstrook nodig. Van het oorspronkelijke cliché (het moedercliché) werd een reliëf-afdruk gemaakt in stevig karton, een matrijs. Deze matrijzen werden doorgestuurd naar de andere kranten, die daar dan hun eigen cliché van maakten door er metaal in te gieten. Deze clichés werden gewoonlijk niet bewaard, maar omgesmolten om er weer nieuwe clichés van te maken.

Alleen de moederclichés werden door de Toonder Studio’s bewaard: in principe één set van elk verhaal. De clichés die bij dit boek worden geleverd, komen uit het archief van de Toonder Studio’s. Van slechts enkele verhalen zijn er toch twee sets bewaard gebleven, waardoor de clichés daarvan dus niet helemaal uniek zijn. Maar dit zijn uitzonderingen.

Overigens: in de documentaire lijkt het erop dat in 1963 de NRC de moederclichés maakte. De vraag rijst bij mij dan wel hoe andere kranten op dezelfde dag dezelfde tekeningen konden plaatsen; die moesten dan immers eerst nog die matrijzen toegestuurd krijgen. In 1963 plaatste de Volkskrant de strip in elk geval op dezelfde dag… Het lijkt aannemelijker dat de Toonder Studio’s de moederclichés liet maken bij een daarin gespecialiseerd bedrijf (een clichéfabriek), en vervolgens matrijzen hiervan verstuurde naar de verschillende kranten.

Maar dit terzijde.

In elk geval waren clichés waardevol reproductiemateriaal voor tekenwerk in de tijd dat drukwerk nog niet digitaal werd aangeleverd. Er werd een stuk zorgvuldiger mee omgegaan dan met originele tekeningen. Het is dus bijzonder om zo’n cliché te mogen ontvangen bij aankoop van Het geheim van Marten Toonder.

Tijdens de maand september kun je zelf kiezen welk Bommelcliché je bij het boek geleverd wilt krijgen, als je op de officiële website van Het geheim van Marten Toonder het boek vooruit bestelt.

(Met dank aan Cees Jochems van het Nederlands Drukkerijmuseum, Etten-Leur.)

Klaas Driebergen

website

Dit bericht is verzonden naar . Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor ‘BommelDingen’ hebt aangemeld. Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden: zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link. Als je eerdere afleveringen hebt gemist, kun je die hier nalezen.

Afmelden
MailerLite