BommelDingen bekijk webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

De bibliotheek van heer Bommel

Heer Bommel laat zich graag voorstaan op zijn ruime bibliotheek, met in varkensleder gebonden boeken, die hij nog van zijn goede vader heeft geërfd. Maar is die bibliotheek wel zo bijzonder als hij het wil doen voorkomen? En hoe indrukwekkend is eigenlijk zijn belezenheid…?

De bloemlezing uit de Bommelverhalen in de Bommel literatuurgids geeft hiervan een mooi beeld, maar in dit stukje wil ik mij alvast kort over deze vragen buigen.

De eerste maal dat heer Bommels bibliotheek ter sprake komt, is in het elfde verhaal, ‘Tom Poes en het monster-ei’ (1942). Tom Poes wil weten wat voor dier Kaspar eigenlijk is, en gaat daarvoor naar heer Bommel. ‘Die heeft heel veel boeken en als ik daar nu eens in ga kijken, vind ik vast wel iets.’ Hij brengt een hele dag in heer Bommels bibliotheek door, maar kan niet vinden wat hij zoekt.

“Tom Poes had alle tijd om heer Bommels bibliotheek door te lezen. Dat was een heel werkje, want daar stonden erg veel boeken. Maar Tom Poes merkte al heel gauw, dat er niet veel bij was waar hij wat aan had.”

Dit bevreemdt heer Bommel. Hij zegt: ‘Hoe is het mogelijk. Ik dacht dat ik alle belangrijke boeken van de wereld bezat.’

Voor heer Bommel is het lezen van boeken een essentieel onderdeel van zijn bestaan als ‘heer van stand’. Als hij dat bestaan omschrijft, dan doet hij dit meestal ongeveer als volgt: “Het leven van een heer beweegt zich ingetogen bij het knappende haardvuur achter een goed boek; dat is bekend.” (Heer Bommel en de Krookfilm, 1973)

Hoe nauw het lezen met het heer-zijn verbonden is, wordt raak geïllustreerd in ‘Tom Poes en de klonters’ (1955), waarin alle Rommeldammers hun dagelijkse werkzaamheden laten uitvoeren door zogenaamde klonters:

“Heer Ollie zat knikkebollend voor zijn toestel in een hoek van het vertrek. Voor het haardvuur echter, in de gemakkelijke stoel, bevond zich een klonter, die met behulp van een pijp en een boek het herenwerk had overgenomen!”

Maar wat leest heer Bommel dan eigenlijk? Wat verstaat hij onder een ‘goed boek’? In ‘Tom Poes en Horror de Ademloze’ (1949) verklaart hij: ‘Ik lees nooit romans. Ik geef de voorkeur aan wetenschappelijke werken.’

Voor ‘wetenschappelijke werken’ hebben zijn boeken soms echter toch wel een bijzondere inhoud. Zie bijvoorbeeld in ‘Tom Poes en de kniphoed’ (1955):

“Diezelfde middag zat heer Ollie rustig in zijn gemakkelijke stoel een goed boek te lezen, toen de bediende Joost binnentrad.
‘Excuseer, heer Olivier,’ sprak de trouwe knecht, ‘er is een heer aan de deur om u te spreken.’
‘Wat is dat nu vervelend,’ zei heer Ollie klaaglijk. ‘De schurk staat net op het punt zijn masker af te zetten. Ik kan niet gestoord worden, Joost! Als ik werk, ben ik niet thuis, als je begrijpt wat ik bedoel!’”

Wat voor boeken de bibliotheek zoal bevat, wordt door Joost verklapt in ‘Tom Poes en de herenopstand’ (1960), waarin Bommelstein wordt getroffen door bomaanslagen. Joost roept heer Bommel toe vanuit de bibliotheek: ‘Excuseer, heer Olivier, uw indianenboeken zijn zo juist de lucht in gevlogen, met uw welnemen.’ Even later klaagt hij: ‘Bij het ontploffen van uw boeken ben ik aan de slaap getroffen door Winnetous testament, met uw welnemen!’

En zo zijn er meer passages in de Bommelsaga te vinden waaruit blijkt dat de boeken die heer Bommel leest, misschien wel iets minder hoogstaand en geleerd zijn dan hij ons wil doen geloven.

Uit het volgende citaat uit ‘Tom Poes en het ontstoffen’ blijkt echter dat heer Bommel wel degelijk ook wetenschappelijke werken bezit.

“‘Kom binnen,’ zei zijn werkgever streng, ‘en kijk eens naar deze boekenkast, Joost!’
De bediende gehoorzaamde zonder veel begrip.
‘Bedoelt u het meubel zelf?’ vroeg hij. ‘Of doelt u op de boeken?’
‘Ik doel op de bende!’ riep heer Bommel uit. ‘De kast is bedekt met spinnewebben en raggen. Het is een schande!’
‘Het is heel betreurenswaardig,’ gaf de ander toe. ‘Maar het zijn slechts wetenschappelijke werken, heer Olivier. Daar leest u toch nooit in, als ik zo vrij mag wezen.’
‘Het geeft niet wat het zijn!’ donderde heer Ollie. ‘Hoe kan een heer geestelijk voedsel tot zich nemen uit een stofnest? Ik houd van netheid!’

Heer Bommel lijkt het bezit van de boeken nog weleens te verwarren met het bezit van kennis. Bijvoorbeeld als hij in ‘Tom Poes en het monster Trotteldrom’ (1964) door Travelijn Trot wordt bezocht omdat die een geleerde zoekt die kan helpen bij een groot probleem:

“‘We zitten met een grote moeilijkheid, maar we zijn zó ver voorgeraakt, dat we geen boeken hebben. Daarom kunnen we die moeilijkheid niet goed alleen oplossen. Hebt u soms een boek waar alles in staat?’
Heer Bommel glimlachte en trok zijn jas recht.
‘Als het anders niet is,’ sprak hij. ‘Mijn goede vader heeft mij tweeënzeventig meter boeken nagelaten. Volg me naar de bibliotheek, heer Trot. Er bestaan maar weinig dingen waar iemand van mijn stand geen weet van heeft.’
Zo sprekende bracht hij zijn gast naar het aangrenzend vertrek, waar deze grote ogen opzette. Heer Ollie zag dat met voldoening.
‘Ja, ja,’ vervolgde hij. ‘Ik heb alle meesterwerken van de wereldliteratuur. Het moet al raar lopen, wanneer uw moeilijkheden niet ergens beschreven staan. Hier bijvoorbeeld: de encyclopedie. Wanneer u iets over hoofdpijn wilt weten, hoef ik de H maar op te slaan...’
‘Het gaat niet over hoofdpijn,’ zei de trot. ‘Het gaat over een verschrikkelijk monster, dat het eiland Trottel onveilig maakt!’”

Als hij dan bemerkt dat een bepaald vraagstuk niet in zijn boeken aan de orde komt, is dat voor hem een teleurstelling, zoals in ‘Heer Bommel en de windhandel’ (1959):

“Hij trok zich bekommerd terug in zijn bibliotheek om een studie van het zakendoen te gaan maken.
‘Hoe kan men in een maand véél geld verdienen?’ zo vroeg hij zich af, terwijl hij een encyclopedie ter hand nam. Het werk bestond uit vierentwintig delen en hij had het eens aangeschaft, omdat het zo gekleed stond in zijn boekenkast. Maar kijk, zelfs op zo’n eenvoudige vraag gaf het werk geen antwoord.
‘Waardeloze boeken,’ sprak hij tot de bediende Joost, die binnentrad met de middagthee. ‘Men geeft die dingen uit om geld te maken. Het is gewoon zaken doen.’”

Maar meestal is het vertrouwen van heer Bommel in zijn boeken grenzeloos. Als hij in ‘Tom Poes en de Viridiaandinges’ (1968) bijvoorbeeld besluit om zich aan de schilderkunst te gaan wijden, lezen we:

“‘De ezel hier,’ zo sprak hij. ‘Dan heb ik het beste uitzicht op de golven. De tubes aan mijn rechterhand en het handboek “Schilderen in twaalf lessen” achter mij en de thermosfles binnen bereik. Zo, nu kan ik mij ongeremd uitleven, als je begrijpt wat ik bedoel.’”

En als hij in ‘Heer Bommel en het Griffoen-ei’ (1976) voor het eerst van zijn leven gaat diepzeeduiken, neemt hij ‘Duiken in drie lessen’ mee. Als je er maar een boek over hebt, komt de rest vanzelf.

Zo zijn er nog veel meer kostelijke passages in de Bommelverhalen te vinden over de boeken van heer Bommel. Ze zijn allemaal bij elkaar verzameld in de Bommel literatuurgids die binnenkort verschijnt.

Daarnaast staan er in dat boek nog veel andere prachtige citaten-met-plaatjes die met ‘lezen’ te maken hebben. Niet alleen over boeken, maar ook over kranten. En niet alleen rondom heer Bommel, maar ook rondom de andere figuren uit de Bommelverhalen. Deze uitgebreide bloemlezing vormt een leuke combinatie met het overzicht van literatuur over Toonders werk.

De Bommel literatuurgids is sinds kort te bestellen via mijn website. Daar kun je ook een kijkje nemen in een aantal pagina’s uit het boek.

Overigens: mocht je nu al weten dat je het boek sowieso wel wilt kopen, dan stel ik het enorm op prijs als je dat deze maand in de voorverkoop via mijn website doet. Dat helpt mij om een goede inschatting te maken van de oplage. Veel dank!

P.S. Medesamensteller Hugo Klooster en ik zijn er vrij zeker van dat we inmiddels een behoorlijk goed overzicht hebben van de boeken en artikelen die er over Toonder en Bommel verschenen zijn. Maar we denken ook weleens: het kan zomaar dat we een pareltje van een artikel over het hoofd zien, dat bijvoorbeeld in een heel onbekend tijdschrift is verschenen. Mocht je zoiets kennen, dan houden we ons daarvoor aanbevolen! We kunnen het nog net meenemen.

Klaas Driebergen

website

Dit bericht is verzonden naar .
Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor ‘BommelDingen’ hebt ingeschreven.

Reacties vind ik altijd leuk! Dat kan simpelweg door deze e-mail te beantwoorden.

Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden. Zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link.

Eerdere afleveringen gemist? Je kunt ze hier nalezen.

Afmelden kan hier.
MailerLite