De ambtenaar eerste klasse […] keek vermaakt naar de zwarte vogel, die krassend op de vensterbank neerstreek.
‘Wat aardig’, prevelde hij. ‘Een tamme kauw. Ik herinner me, dat ik als kleuter zo’n dier eens praten heb geleerd. Twee plus één is drie en een half, kon hij zeggen. Maar nu aan het werk. Het dossier-Bommel moet nog afgebouwd worden.’
Al met al zijn er veertien verhalen in de Bommelsaga waarin Hocus Pas zichzelf in een kraai (of een andere zwarte vogel) verandert. Voor de liefhebbers som ik ze even op: ‘De geheimzinnige gaper’, ‘De dropslaven’, ‘De plamoen’, ‘De pasmunt’, ‘De trullenhoedster’, ‘De astromanen’, ‘De waarde-ring’, ‘De pronen’, ‘Het spook van Bommelstein’, ‘Het vergeetboekje’, ‘De denktank’, ‘De wadem’, ‘De spalt’ en ‘De zelfkant’.
Het is mogelijk dat Toonder dit gegeven ontleent heeft aan de figuur van de Morrígan of Morrígu uit de Iers-Keltische mythologie. Zij is een van de prominente leden van het Volk van Danu, de Tuatha Dé Danann, en wordt wel gezien als de Keltische godin van de oorlog. Ze wordt ook wel de Oorlogsraaf (Iers Badb Catha, ‘strijdkraai’) genoemd omdat ze vaak in de gedaante van een kraai of raaf optreedt, terwijl ze dood, onheil of juist de overwinning aankondigt.
Op de volgende afbeelding gemaakt door Joseph Christian Leyendecker (1874–1951) van de Ierse mythologische held Cú Chulainn is de Morrígan rechtsboven in de gedaante van een kraai te zien:
|