Ik heb weinig behoefte om veel aan deze discussie toe te voegen. De tweemaal door Witteman opgeworpen vraag of Toonder ‘nou wél of niet fout in de oorlog’ was, is merkwaardig suggestief. De ingezonden brief van Rudy Schreijnders van maandag vond ik een goede reactie: de schrijver negeert de stemmingmakerij en geeft gewoon een zakelijk antwoord op de vraag die Witteman stelt. Al is er natuurlijk veel méér over te zeggen dan in een krantenkolom kan. Lees daarvoor bijvoorbeeld de Toonderbiografie van Wim Hazeu. Daar ga ik het in elk geval niet over hebben.
Verder is het overduidelijk dat de manier waarop in de jaren vijftig inwoners van verre landen werden weergegeven in strips en kinderboeken, tegenwoordig niet meer kan. Dat vind ik een positieve ontwikkeling zonder dat ik meteen boeken ga verbranden; je moet dit soort zaken in hun tijd zien.
Sterker nog: ik heb het boekje zelfs aangeschaft deze week, omdat Wittemans column afbeeldingen ontbeert en ik toch wel nieuwsgierig was naar haar constatering dat het ‘autootje waarin het kazige duo zijn avonturen beleeft […] sprekend op Heer Bommels ‘Oude Schicht’ [lijkt] (een Spyker-two-seater*) en ook Klaas en Plus lijken meer op Heer Bommel en Tom Poes dan toeval kan zijn’. Graag wilde ik eens kijken hoe ‘Bommeliaans’ dit verhaaltje eigenlijk is.
Het hele verhaal blijkt trouwens ook gewoon op internet te staan.
Het verbaast me dat het boekje nergens de naam Marten Toonder of Toonder Studio’s vermeldt. Mogelijk is de uitgever, het Nederlands Zuivelbureau, dat vergeten; op het tweede boekje (zie hier) is het dan goedgemaakt, want daarop prijkt duidelijk de naam van Marten Toonder.
Zelf heeft Toonder er vermoedelijk weinig werk aan verricht. Jan-Willem de Vries weet in De geschiedenis van de Toonder Studio’s te melden dat beide verhalen getekend zijn door Ton Beek, en toont een originele tekening van het verhaal.
|