Het lijkt een soort vadertje tijd, net zo iemand als de ‘klokker’ uit het gelijknamige verhaal. En net als in dat verhaal speelt Marten Toonder in ‘Heer Bommel gaat het overdoen’ een spel met de tijd. Iets wat hij in nog meer verhalen doet. Het levert altijd fascinerende verhalen op met een intrigerend plot, verhalen die je als lezer aanzet om te filosoferen over de tijd en over oorzaak en gevolg.
De kalenders van de grijsaard zijn namelijk niet zomaar kalenders: het mannetje noemt ze ‘jaren’. En heer Bommel, die het exemplaar van het afgelopen jaar in handen krijgt, ontdekt dat hij door middel van deze kalender momenten uit dat jaar over kan doen.
En dat gaat natuurlijk mis, zoals we kunnen verwachten. En natuurlijk waarschuwt Tom Poes hiervoor, en natuurlijk gaat heer Bommel er koppig mee door. Elke keer als Bommel denkt op een simpele manier iets uit het verleden te kunnen herstellen, verergert hij de situatie alleen maar.
Ik ga niet verder op het verhaal in, iedereen kan het zelf lezen. Maar het gegeven van het door middel van het tijdreizen proberen om iets goed te maken, is vaker gebruikt, zowel door Marten Toonder als door anderen. Het geknoei met de tijd maakt een verhaal altijd ingewikkeld, en niet zelden lukt het de schrijver ook niet helemaal om alles logisch kloppend te maken.
In ‘Het overdoen’ kun je bijvoorbeeld vraagtekens zetten bij aflevering 3327. Daarin verdwijnt heer Bommel voor de ogen van de Bulle Bas in het niets, als hij uit het verleden waarin we op dat moment zitten, weer naar het heden verdwijnt. De verbijsterde commissaris zegt dan: ‘Dit is nu de tweede keer!’ De vorige keer dat hij dit meemaakte, was in aflevering 3318. Die speelt zich echter niet in het verleden af, maar in het heden. Hij kan zich die keer dus niet herinneren, want die moet zich immers nog afspelen!
Toonder deed het gegeven van het ‘overdoen’ in 1980 nog eens over met ‘Heer Bommel en de minionen’, waarin heer Bommel een noodlottig verlopen dag probeert te herstellen. Hij blijkt alle narigheid daardoor echter alleen maar te veroorzaken. Hier is sprake van een heuse tijdmachine van professor Sickbock. Ook een erg boeiend verhaal, waarin je merkt dat zelfs de professor het spel met de tijd niet goed beheerst: hij heeft over het hoofd gezien dat de deur van de tijdmachine, die alleen van binnenuit te openen is, later niet meer open kan als heer Bommel hem achter zich dicht heeft getrokken vlak voordat hij naar het verleden is gereisd.
Dit gegeven doet mij denken aan een film die ik ooit zag, Running Against Time (1990), waarin iemand terugreist in de tijd om de moord op John F. Kennedy te voorkomen. Het lukt hem echter niet, en hij wordt vervolgens zelf van de moord beschuldigd.
Iets vergelijkbaars gebeurt er in Harry Potter and the Cursed Child, een toneelstuk dat in boekvorm is uitgebracht (2016). Hierin blijkt het wijzigen van het verleden, ook om een moord te voorkomen, desastreuze gevolgen te kunnen hebben.
En zo zijn er vast nog meer verhalen waarin dit gegeven wordt gebruikt. Toonder was ook ongetwijfeld niet de eerste.
Heer Bommel heeft na zijn ingewikkelde lotgevallen in ‘Het overdoen’ in elk geval een mooie les geleerd, die hij tijdens de slotmaaltijd als volgt formuleert: ‘Men hoeft niet naar het verleden terug te gaan om fouten goed te maken. Daar is het heden voor.’
|