Professor Joachim Sickbock had een moeilijke tijd achter de rug. Gebukt onder miskenning en geldgebrek had hij op kraakzolders gehokt, waar hij met eenvoudige middelen aan een nieuwe wereldschokkende uitvinding werkte. Het zal ruim een jaar geleden zijn, dat hij de moed vond om zich daarmee opnieuw tot het grootkapitaal te wenden.
Zo kan men hem hier zien lopen door een glibberig landschap, waar boterbergen zich spiegelden in een oliemeer. Ranzige nevels bemoeilijkten de ademhaling en het enige teken van leven was een aan vervetting bezwijkende boom. Het was een overweldigende omgeving, maar de voortslippende geleerde had slechts oog voor het buiten van de petroleumkoning Steinhacker, dat uit de rijkdom opsteeg.
Boterbergen en een oliemeer… Die boterbergen kon ik nog wel plaatsen: met de term ‘boterberg’ werden de overschotten aan geproduceerde boter aangeduid die vanaf de jaren zestig in Europa ontstonden vanwege de Europese landbouwsubsidies. Dit gegeven is hier letterlijk gestalte gegeven…
Maar het oliemeer…? Mocht iemand weten of Toonder daarmee eveneens naar iets uit de toenmalige actualiteit verwijst, dan houd ik mij aanbevolen!
Maar misschien is dit niet het geval, en is de bedoeling van dit oliemeer om aan te geven dat AWS in de olie zwemt, bij wijze van spreken.
Sowieso lijkt er hier sprake te zijn van een vorm van milieuvervuiling, met die ‘aan vervetting bezwijkende boom’.
En daarmee zijn we bij een thema dat Toonder vaak aan de orde stelt in zijn verhalen: de bedreiging van de natuur, bijvoorbeeld door vervuiling. Daarbij speel olie ook nog weleens een rol.
Zoals in een kostelijke passage aan het begin van ‘Heer Bommel en het nieuwe denken’ (1966), waarin heer Bommel en Tom Poes een strandwandeling maken:
|