Op een ochtend in de vroege herfst maakten heer Bommel en Tom Poes een wandeling naar de Hopheuvel om te gaan picknicken. Het was een zonnige dag, zonder wind, en heer Ollie had zijn wandelstok meegenomen om het gaan te vergemakkelijken.
‘Met dit weer moet men zich in acht nemen’, sprak hij. ‘Maar al te gemakkelijk wordt men door de warmte bevangen.’
‘Hm’, zei Tom Poes, die de zware picknickmand droeg.
Trouwe lezers van Bommeldingen
zullen bij dit citaat uit ‘Heer Bommel en het verdwijnpunt’ (1972) terugdenken aan de eerdere afleveringen over ‘Tom Poes en de bagage’. Ik vond nog twee andere passages waarin heer Bommel het dragen van de bagage aan de jonge vriend overlaat. Alleen gaat het in deze gevallen niet om zware koffers, maar om een picknickmand.
Klagen hierover door Tom Poes is bij heer Bommel aan dovemansoren gericht, zo blijkt uit ‘Heer Bommel en het platmaken’ (1969):
|