[…] zoals we weten, was de plant gevonden door de grijsaard, en die had hem meegenomen naar zijn woongrot.
‘Zoals ik dacht,’ kraste deze tot zichzelf, nadat hij een poosje in zijn boeken gesnuffeld had. ‘Het is een splijtzwam, die vermenigvuldigt door in tweeën te delen. En deze is bezworen, zie ik. Men kan er alles mee in tweeën delen; alles en iedereen. Ik zeg: iedereen!’
Hij stiet een kakelende lach uit, en de echo’s daarvan rolden lange tijd op akelige wijze door de spelonk.
(In de vertellerstekst wordt de paddestoel een ‘plant’ genoemd. Schimmels zijn echter geen planten maar vormen een apart rijk van organismen.)
Het betreft hier dus een splijtzwam. Een interessante term: wij kennen die vooral als aanduiding van een ‘onderwerp dat, kwestie die onenigheid veroorzaakt’, zoals de Dikke Van Dale het verwoordt.
Maar volgens hetzelfde woordenboek is het ook een verouderd woord voor ‘bacterie’: vroeger werden bacteriën door biologen Schizomycetes genoemd, letterlijk ‘zwam die zich door splijting vermenigvuldigt’.
Kort na de ontdekking van de bacterie kende men namelijk het verschil niet tussen bateriën en eencellige schimmels, oftewel gisten. Beide delen door ‘splijting’ het celletje in twee gelijke delen. De bekende gist die gebruikt wordt door bakkers en bierbrouwers heet Schizosaccharomyces, wat zowel verwijst naar het vermogen om te splijten als naar het vermogen om suikers om te zetten.
Gisten zijn in staat om zich heel snel te vermeerderen door splijting. Als je dan bedenkt dat het omzetten van suiker alcohol oplevert, kan dat hier ook betekenis hebben: Pee Pastinakel gebruikt de splijtzwam voor ongroei, wat je zou kunnen vertalen als ‘ontsmetten’, maar alcohol kan bij verkeerd gebruik ook een desastreuze werking hebben. Bijvoorbeeld op een persoon, die dan verdiggelt: de geest valt uiteen, gaat in diggelen. Daarnaast kan alcolhol ook de werking hebben dat bepaalde belemmeringen worden opgeheven, waardoor iemand tot hogere creatieve uitingen komt.
Hocus Pas, die zich in dit verhaal Pocus Tweeslag noemt beraamt een plannetje om dit alles op iemand uit te proberen. Zijn slachtoffer is heer Bommel. Hij gebruikt ook de Latijnse term Schizomyceet voor de door hem gevonden paddestoel als hij aan heer Bommel uitlegt hoe hij een kunstenaar kan worden door een splitsing tussen zijn harde en zijn zachte kant.
|