De Oerterp is een bolle berggraat, kaal en onaantrekkelijk tussen de bloeiende heuvels gelegen. Hij is bedekt met brokken steen, die slordig om een kuil liggen, en de enige begroeiing bestaat uit korstmossen en granietschimmels.
Korstmossen en… granietschimmels…? Hier gebruikt Toonder weer zijn fantasie, maar leuk is de naam granietschimmel wel. Je zou hierbij kunnen denken aan de platte korstmossen, zoals het landkaartmos (Rhizocarpon geographicum, zie ook Wikipedia), een wijdverbreide schimmel die in staat is op kale granietrotsen te groeien onder de meest barre omstandigheden.
De komende weken gaan we nog verder in op magische paddestoelen in de Bommelsaga. Volgende keer over heksenkringen!
*
PS: Vorige week kwamen we ‘boleet’ tegen als scheldwoord in het verhaal ‘De geheimzinnige gaper’ (1951): Hocus Pas voegt dit heer Bommel toe. Die is daar erg ontstemd over, maar gebruikt op zijn beurt hetzelfde scheldwoord jegens de markies De Canteclaer in ‘Tom Poes en de wraakgier’ van vijf jaar later (1956). Er is een hoop over te doen: de markies daagt zijn buurman voor het gerecht. De zitting is kort en krachtig:
‘U hebt de markies De Canteclaer het woord boleet toegevoegd!’ sprak hij streng. ‘Is dat juist?’
‘Hij heeft mij getreiterd!’ riep heer Ollie uit. ‘Hij heeft mij gesard. Als Bommel en als heer kon ik dat niet nemen. Trouwens, mijn goede vader zou het niet goedgekeurd hebben!’
‘Dat is buiten de orde’, hernam de magistraat. ‘Hebt u gescholden of niet?’
‘Hij heeft gescholden!’ zei de oude Kriegel uitsloverig. ‘Ik heb het zelf gehoord! “Boleet”, zei hij!’
‘Mooi’, vervolgde de rechter. ‘Hebt u dat gezegd, beklaagde?’
‘Ja’, riep heer Bommel getergd. ‘Maar ik...’
‘U geeft dus toe’, onderbrak de ander koel. ‘Er moet maar eens een einde komen aan al die grove taal. Ik ga een voorbeeld stellen. Een week lang op water en brood, beklaagde! Daar zal je van opknappen! Volgende zaak!’
Later wordt hij uit de gevangenis ontslagen omdat de getuige niet betrouwbaar blijkt te zijn. In feite heeft die hem erin geluisd. ‘En overigens is het door u gebruikte woord “boleet” niet eens een scheldwoord. Dat moest ik zeggen’, vertelt de dienstdoende cipier hem.
Weer buiten komt heer Bommel Kriegel tegen.
‘Ha!’ riep heer Ollie. ‘Nu is mijn tijd gekomen. Boleet!’
|