De voice-over vertelt dat het ‘Toonders eerste probeersels’ zijn: ‘Een reeks tekeningen die zonder tekst een verhaal vertellen: duidelijk, maar beperkt.’
Toonder heeft vaak verteld dat een verhaal uit drie hoofdelementen bestaat: de held, de schurk en de schat.
“Met die drie elementen kun je altijd een verhaal maken. De schat kan je begraven, de held gaat hem zoeken en de schurk schiet. De eerste verhalen gaan daar ook letterlijk over. Je kunt de schat allerlei gedaantes geven. Je kunt er een vogel of goud van maken, een toverstaf of wat je maar wilt. Daardoor krijg je variaties in je verhalen. De schurk kan een boef zijn, een reus, een tovenaar, een dwerg. De held, die heb je, want die staat vast. Dat is Tom Poes. Bommel was aanvankelijk een figurant.” (Marten Toonder, in: Frank van Hartingsveld, De Tao van Toonder, p. 26)
In deze allereerste Tom Poes-stroken zijn deze drie elementen nog op een heel basale manier aanwezig. De held is inderdaad Tom Poes – of Toonder nou al wel of nog niet wist dat deze kat zo heette. Op beide stroken wordt Tom Poes op het eerste plaatje al wandelend geïntroduceerd, op spannende locaties: een grot en een donker bos. Deze plaatjes lijken sterk op het eerste plaatje van het eerste Telegraaf-verhaal ‘Avonturen van Tom Poes’:
|