BommelDingen bekijk webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

Bommel als ‘trendzetter’

Sinds vier dagen geldt er in Nederland een wettelijke mondkapjesplicht. In dit stukje ga ik het hebben over iets vergelijkbaars: een van hogerhand opgelegd kledingvoorschrift in Rommeldam.

Vorige week besprak ik twee verhalen waarin Bommels ruitjesjas door grotere groepen personages gedragen wordt. Er is nog een verhaal waarin het kledingstuk ‘in de mode’ raakt, maar niet van harte: ‘Heer Bommel en de Unistand’ (1979).

Het idee achter dit verhaal is absurd, en tegelijk mooie maatschappijkritiek. Heer Bommel is door de Unistand (een ‘Boven-Overheidsorgaan van de Verenigde Volkeren’, de ‘UNI’) aangewezen als ‘standaardburger’ van Rommeldam. Hierdoor dienen alle inwoners te worden opgetrokken of neergehaald tot zijn inkomensniveau (maar vooral opgetrokken), in een kasteel te gaan wonen en in een oldtimer te gaan rijden, en aangesproken te worden als Heer of Dame.

En: iedereen moet een ruitjesjas gaan dragen.

Onder protest wordt hieraan gehoor gegeven. De Unistand dreigt namelijk met financiële sancties als de maatregelen niet worden opgevolgd.

‘Wat staat daar?’ vroeg een heer, die zijn leesbril vergeten had.
‘Het is een oproep aan de bevolking’, zei Tom Poes. ‘De Unistand heeft de stad een hoge boete opgelegd, omdat de voorschriften niet worden opgevolgd. De burgemeester vraagt vrijwillige giften van iedereen; anders gaat hij een extra belasting heffen. Actie Bommelstand noemt hij het.’
‘Ik heb de voorschriften wel opgevolgd’, klaagde de heer. ‘Deze jas...’
‘Ze moesten die Bommel vlamberen!’ riep een der omstanders. ‘Wat verbeeldt die protser zich eigenlijk?’
(0550)

Overigens mogen de Rommeldammers nog blij zijn dat het kledingvoorschrift blijkbaar alleen gaat om het dragen van de jas: wat men daaronder draagt, mag men aan blijven houden.

Toch heeft het iets koddigs om de notabelen van de gemeente in een geruite jas te zien rondlopen:

Het is interessant om in dit verhaal erachter te komen hoe men eigenlijk aankijkt tegen de ruitjesjas van Bommel. Die blijkt weinig geliefd te zijn. De hoofdkassier van de Rommeldamse bank noemt het verplichte kledingstuk bijvoorbeeld een ‘popjas’ (0571). Bedoelt hij daarmee kleding die gedragen wordt door popmuzikanten? Dit lijkt haast een verwijzing naar de ruitjesrage op het eiland Novo… (zie vorige week)

In de etalages van modewinkels hangen alleen nog geruite jassen, en dit wordt niet gewaardeerd.

Tegenover de Kleine Club was een zijstraat waarin een herenkledingwinkel gevestigd was. Deze werd gedreven door de heer Foernier, een modegevoelig ondernemer, die goede zaken deed, omdat hij altijd de laatste modellen voerde. Maar die middag kreeg hij een klant die juist een nieuwe auto had moeten kopen, en toen liep het mis.
‘Heb je niks anders dan deze jassen?’ vroeg de klant, een zekere Bonckers. ‘Daar kan ik toch zeker niet in lopen?’ Hij trad naar buiten om de kleur beter te kunnen schatten en hernam: ‘Geel met rooie ruiten. Asjemenou.’

(Tussen haakjes: het zou best kunnen dat dit de enige keer is in de zwartwit-Bommelverhalen dat we lezen wat de kleuren van heer Bommels jas zijn.)

‘Het is de laatste trend, heer,’ verklaarde Foernier. ‘Voorgeschreven door de UNI, zodat het wel aan zal slaan.’
‘Ze zijn zelf aangeslagen,’ riep de klant, die zich begon op te winden. ‘Ik heb daar een wagen van vijftig jaar geleden moeten kopen omdat het de UNI-trend is. Slurpt benzine en valt dan nog uit elkaar. Wie verzint die onzin? Waar komt die trenderij vandaan? Dat zou ik wel es willen weten.’
‘Ik kan het niet helpen, heer,’ riep de modicus haastig. ‘De trendzetter is een zekere heer Bommel. En als ik me niet vergis, loopt hij daar net. Kijk, hij komt de Club uit en gaat naar zijn trendauto.’
‘Da’s nou mooi,’ prevelde Bonckers. ‘Ik wil dat aanslaan weleens even regelen, als heren onder elkaar. En hou jij je vodden maar.’
(0525)

Dat ‘aanslaan’ wordt door dhr. Bonckers in heel letterlijke zin uitgevoerd. Het gevolg is (wéér! Zie vorige week) een opstootje waarvan heer Bommel de schuld krijgt van de politie. Aangeslagen beklaagt hij bij Tom Poes:

‘Het was héél vreselijk! Men vindt het niet leuk een heer als voorbeeld te hebben, zodat men mijn jas beledigd heeft, terwijl men een doorsnee van de Schicht maakte.’ (0530)

‘Mijn jas beledigd’. Het klinkt haast als een soort vlagschennis.

Op Tom Poes’ opmerking dat het toch erg prettig moet zijn dat haast alle auto’s op de zijne lijken, antwoordt hij:

‘Erg prettig’, herhaalde heer Ollie, maar zijn stem klonk weifelend. ‘Ach ja... Ik bedoel eh... De Oude Schicht is lang zo apart niet meer, nu iedereen er één heeft, als je begrijpt wat ik bedoel.’

Datzelfde geldt natuurlijk ook voor die jas. Uiteindelijk concludeert heer Bommel: ‘Ach, als iedereen is zoals ik ben, is er niets meer aan om een Bommel te zijn.’ (0557)

En inderdaad. Er is maar één Bommel, en zijn jas is uniek.

Eigenlijk kun je ook de mondkapjes waar wij mee rondlopen zien als van hogerhand voorgeschreven ‘mode’. Waar begrijpelijkerwijs ook protest tegen is.

Gelukkig kun je jezelf wel onderscheiden door je eigen dessin te kiezen…

Kies bijvoorbeeld een Bommelruit! Ik heb weer nieuwe ‘geruite mondkapjes’ op voorraad, en die kun je hier bestellen.

Klaas Driebergen

website


Dit bericht is verzonden naar .
Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor Bommeldingen hebt ingeschreven.

Reacties vind ik altijd leuk! Dat kan simpelweg door deze e-mail te beantwoorden.

Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden. Zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link.

Eerdere afleveringen gemist? Je kunt ze hier nalezen.

Afmelden kan hier.
MailerLite