Zoon Eiso Toonder hield bij deze gelegenheid een toespraak die hij eindigde ‘met de aansporing: En nu maar ijverig likken en plakken. Zolang de voorraad strekt.’ Waarna spreker André Testa opperde om in het Nederlands ‘naast de term “ongelikte beer” […] ook de term “gelikte beer” [te] introduceren, aangezien er binnen afzienbare tijd aan twee miljoen Bommels wordt gelikt’ (Stripschrift nr. 290, juni 1996).
Voor dit postzegelvelletje had men een aantal plaatjes uit de Bommelsaga geselecteerd, waarin men met goede wil achter elkaar een heel kort Bommelverhaaltje kon lezen. Er werd daarin verwezen naar post en telefonie: indertijd nog altijd de twee belangrijkste taken van de PTT. Er was bovendien een tekst boven en onder geplaatst.
Boven en onder…? Dat is natuurlijk een beetje merkwaardig, aangezien de tekst normaal alleen ónder de plaatjes staat.
Marten Toonder bleek helemaal niet blij te zijn met het eindresultaat. Het verhaaltje was niet van zijn hand, en de door hem voorgestelde tekstcorrecties waren niet meegenomen.
Maar eigenlijk vond hij dat postzegels helemaal niet geschikt waren om een heel verhaal te vertellen, met tekst en al.
Overigens verscheen er in 1970 al een velletje met 35 zegels met vijf stripfiguren, waaronder heer Bommel en Tom Poes. Geen echte postzegels, maar uitgegeven door De Tijd, waarin deze stripfiguren toen verschenen.
|