Verderop in hetzelfde verhaal zit de handgreep gewoon weer aan de voorkant.
In onze tijd zit de handgreep van een autoportier meestal aan de achterkant, en zwaaien ze naar voren open. In dit artikel wordt uitgelegd dat autodeuren van oorsprong hun scharnieren aan de achterzijde van de deuren hadden, net zoals deuren van koetsen dit hadden, en dus naar achteren toe opendraaiden. Dat is ook eigenlijk comfortabeler bij het in- en uitstappen.
Maar naarmate auto’s sneller werden, werd duidelijk dat dergelijke deuren grote nadelen hadden. Een naar achteren scharnierende deur die niet goed in het slot zat kon tijdens het rijden bijvoorbeeld openvliegen, wat als risico had dat een berijder uit de auto viel, die toen immers nog niet standaard uitgerust was met veiligheidsgordels.
Een ander gevaar was dat je een flinke klap van de deur kon krijgen als je die per ongeluk opende terwijl er een andere auto dichtbij langsreed zodat die ertegenaan reed.
Dit soort deuren werd daarom wel aangeduid als suicide doors, en veel automerken vervingen ze door deuren met scharnieren aan de voorkant. Maar tot in de jaren zestig reden er nog veel automodellen met ‘zelfmoordportieren’ rond.
De Oude Schicht is gebaseerd op de oudste autotypes, zoals ik uitgebreid laat zien in het artikel ‘Spyker, T-Ford of Duckatti…?’ in mijn boek Bommeldingen. Het is dus niet zo heel vreemd dat de deurklink van de auto van heer Bommel ook meestal aan de voorkant zit.
Maar blijkbaar vonden Toonder en zijn medewerkers het niet belangrijk genoeg om hierin consequent te zijn, of kwam het ze soms beter uit om de deuren andersom open te laten gaan.
Trouwens: heer Bommel beleeft heel wat autopech met de Schicht, maar ongelukken met de portieren zoals hierboven beschreven ben ik niet tegengekomen.
Verwarrend lijkt het me wel, autodeuren die je steeds op een andere manier moet openen… Ironisch is dat Toonder de Oude Schicht vaak aanduidt als ‘het trouwe voertuig’. Hoe trouw is een voertuig als je er niet van op aan kunt naar welke kant de deuren openzwaaien…?
|