BommelDingen bekijk_webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

R.F.C. versus Stuipendrechtse Boys

Deze zomer heb ik twee BommelDingen geschreven over ‘Toonder en de fiets’, vanwege de Tour de France. Het bleek vooral dat Toonder niet zo heel veel met de fiets heeft.

Omdat ikzelf niet zoveel met voetbal heb, heb ik me nooit afgevraagd wat Bommel met voetbal heeft. Maar deze week kreeg ik deze vraag zomaar in de schoot geworpen.

Dat gebeurde donderdagmiddag, bij de presentatie in de Amsterdamse boekhandel Scheltema van het tweede Gouden Boekje van Tom Poes, namelijk Tom Poes en de Bommeltjes. Uitgever Dik Broekman van Rubinstein kondigde het boekje aan als het ‘eerste Tom Poesverhaal over voetbal’.

Waarop de voorzitter van de middag, Jos van Waterschoot, zich hardop afvroeg of dat wel echt zo was, en deze vraag even expliciet bij mij neerlegde, zonder direct op een antwoord te wachten.

Maar hoewel ik ook niet meteen een antwoord paraat had, trof deze vraag bij mij toch doel, en nu ik deze voorzet eenmaal gekregen had, kon ik niets anders meer dan hem inkoppen via dit stukje van BommelDingen.

*

Wordt er gevoetbald in de Bommelsaga?

Ik heb even wat speurwerk verricht en het antwoord luidt: jazeker!

Vrijwel alle maatschappelijke verschijnselen komen in Toonders verhalen immers langs, en dus ook het voetbal. En, Toonder kennende, kan hij ook dit onderwerp niet zomaar laten passeren zonder zijn kritische doch humoristische kijk erop te geven.

De vroegste voetbalvermelding vond ik in ‘Tom Poes en de nieuwe ijstijd’ (1947), waar de radiotelegrafist van het goede schip Albatros even niet gestoord wenst te worden als Wal Rus gedwongen wordt om een telegram te verzenden:

“‘Wacht even, kaptein!’ antwoordde de marconist. ‘Ik heb hier net een voetbalwedstrijd te pakken. Het zou mij niets verbazen wanneer de Stuipendrechtse Boys er dik ingingen – de spil deugt niet en de midvoor...’
‘Dit is een order!’ snauwde Wal Rus. ‘Schiet op, of ik sla je wegens muiterij in de boeien!’”

De Stuipendrechtse Boys heetten in de oorspronkelijke dagbladstrip nog ‘Giethoornse boys. Maar er is een reden voor dat de redactie van de Volledige werken van uitgeverij Panda dit heeft aangepast: de Stuipendrechtse Boys komen namelijk vaker voor in de Bommelverhalen.

Heer Bommel bezoekt vermoedelijk niet vaak een voetbalwedstrijd. Doch wel in ‘Tom Poes en de doffe Doffer’ (1954): daar denkt Tom Poes de in zijn liefde voor freule Héloise gekrenkte heer Bommel op te kunnen beuren door hem mee te nemen naar de wedstrijd Rommeldam-Knakkenburg. Dit blijken amateurclubs te zijn. De wedstrijd wordt gespeeld in het Rommeldamse stadion. Heer Bommel is aanvankelijk goedgemutst.

“‘Aardig,’ mompelde hij, ‘al die vlaggen en die vrolijkheid. Een gezond vermaak, zo’n voetbalwedstrijd, jonge vriend. “Ollie, jongen, doe veel aan sport”, zei mijn goede vader altijd. “Dat houdt je gedachten fris.” Dat zei hij en daar houd ik mij aan!’”

Dit is helaas van korte duur; de Rommeldamse midvoor lijkt niemand minder zijn dan heer Bommels rivaal in de liefde, Dolf Doffer. Deze ‘maakte […] zich van de bal meester, dribbelde ermee naar het vijandelijke doel en plaatste zo’n doffe doffer, dat het leder dwars door het net schoot en met de keeper eraan hangend uit het gezicht verdween.’

Heer Bommel verlaat woedend de tribune en briest tegen Tom Poes: ‘Hoe kun je mij meenemen naar hersenloze spiermassa’s die tegen een balletje trappen! Ik weiger dit aan te zien!’

Deze onprettige ervaring weerhoudt heer Bommel er niet van om het volgende jaar nogmaals een voetbalwedstrijd te bezoeken, namelijk in ‘Tom Poes en de klonters’ (1955). Hierbij moet worden opgemerkt dat hij op dat moment niet helemaal zichzelf is: hij laat een klonter bij de kachel zijn taak als heer waarnemen en gaat zichzelf ‘op gepaste wijze vertreden’, namelijk door in het Rommeldamse stadion de voetbalwedstrijd R.F.C.-Stuipendrechtse Boys te bezoeken. Hier moet het om betaalde voetballers gaan, aangezien de voetballers (net als alle uitoefenaars van een beroep in Rommeldam) zich door klonters hebben laten vervangen. Ook deze wedstrijd is bij heer Bommel geen onverdeeld succes:

“‘Een mooie wedstrijd’, sprak heer Ollie na een poosje wat aarzelend. ‘Onze jongens hebben gewonnen – en dat is altijd prettig. Maar toch... ik weet het niet. […] men windt zich nogal op. Men kijkt en men leeft mee – en op een bepaald moment begint men zelfs te roepen. “Maak ze in!” roept men. En kijk, dat bevalt me niet helemaal. “Men moet zich als heer niet zo laten gaan”, zei mijn goede vader altijd, en daar heb ik me aan gehouden tot nu toe.’”

Het lijkt erop dat heer Bommel zich hier vanaf nu toch echt aan gehouden heeft, want ik heb hem verder niet meer in het stadion betrapt. In ‘Heer Bommel en de killers’ (1964) bijvoorbeeld, waarin vrijetijdsbesteding een belangrijk thema is, wordt ook weer melding gemaakt van een voetbalwedstrijd. Rommeldammers gaan hier massaal naartoe om hun vrije tijd te besteden, al is het meer dwangmatig dan uit plezier. Heer Bommel weet zich echter te ontworstelen aan de ‘drom voetgangers in de richting van het stadion’ loopt. Hij passeert dan een aanplakbiljet waarop te zien is welk duel uitgevochten wordt: het is weer RFC-SB!

Het blijkt hier trouwens ook dat commissaris Bulle Bas een fervent voetballiefhebber is: die heeft geen tijd om heer Bommel te woord te staan. Ook Joost onttrekt zich aan zijn plichten om dezelfde wedstijd op tv te kunnen zien.

In ‘Heer Bommel en de Vrezelijke Krakken’ (1973) verwoesten de tweeling Flut en Knot Krak het Rommeldamse voetbalstadion als daar juist een wedstrijd op het punt staat te beginnen.

Uit het gebouw steeg een rauw geschreeuw op, dat niet direct met het voetbalspel te maken had, en het metselwerk was gedeeltelijk ingestort, terwijl een regen van stenen, blikjes en flessen op de omgeving neerdaalde.’

Het lijkt een bewuste verwijzing naar hooliganisme. ‘Eén Krak is een klein ventje, maar twee Krakken zijn een bende. Ze worden reuzen als ze samen zijn’, legt Tom Poes uit aan Bulle Bas. Die staat tamelijk machteloos:

‘Ik kan het niet meer aan’, prevelde hij voor zich heen. ‘Tegen dat sportgebeuren ben ik niet meer opgewassen...’

Ook kruidenier Grootgrut blijkt hier trouwens een voetbalfan: hij had naar de wedstrijd gewild met zijn zoon Krisje. ‘Maar de pret is me vergald, als sportminnend middenstander.’

Nog desastreuzer gaat het eraan toe in ‘Heer Bommel en de denktank’ (1977-1978). Sickbock heeft een gebouw ontworpen om via adrenaline energie op te wekken, en dan lijkt het een uitstekend idee om daarvan een overdekt voetbalstadion te maken.

Weer zijn het aartsrivalen RFC en Stuipendrecht die de degens kruisen. Toonder is hier op zijn best wat betreft het gebruik van ironie, vooral gelet op de tekening erboven:

“Een vrolijke menigte begaf zich naar het bouwwerk en de wind speelde met de kleurrijke resten, die echte sportliefhebbers plegen na te laten. Vanaf de heuvel woeien vreugdekreten en gezang naar hem over […].”

Ook deze maal is heer Bommel niet onder het publiek. Tom Poes liegt tegen commissaris Bas, die een oogje in het zeil houdt, dat heer Bommel daarbinnen is. ‘Maar ik doe niet aan voetbal, en daarom ben ik buiten gebleven.’

Als lezer van BommelDingen kent u vermoedelijk de afloop van de wedstrijd. Marten Toonder gaat niet zachtzinnig om met voetbalfanaten.

*

En nu wordt er dus gevoetbald in dat nieuwe Gouden Boekje, met een origineel verhaal van Sjoerd Kuyper met prachtige illustraties van Tim Artz. Het is dus toch niet het eerste Bommelverhaal waarin gevoetbald wordt, maar wel voor het eerst dat het Rommeldamse jeugdteam wordt opgevoerd. Dit team krijgt steun van heer Bommel (en mag dus in gele shirtjes met rode ruitjes spelen), maar ook van Hocus Pas.

Ik ga niets van dit nieuwe verhaal verklappen. Koop het boekje en lees het voor aan je kinderen, kleinkinderen, neefjes, nichtjes en buurkinderen, zodat ook zij al op jonge leeftijd in aanraking komen met die heerlijke wereld van heer Bommel en Tom Poes!

Klaas Driebergen

website

Dit bericht is verzonden naar . Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor ‘BommelDingen’ hebt aangemeld. Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden: zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link. Als je eerdere afleveringen hebt gemist, kun je die hier nalezen.

Afmelden
MailerLite