Op een mooie dag in de lente besloot Tom Poes een wandeling te gaan maken. En omdat hij een heel eind voorbij de horizon wilde gaan, nam hij een bundeltje met eten mee, dat hij aan een stok over zijn schouder droeg.
Om een uur of twaalf was hij op een verlaten plek aangekomen, die geschikt leek om wat te rusten. Hij ging dus tegen een dikke boom zitten en pakte zijn maaltje uit. Tevreden bekeek hij het, terwijl hij zich afvroeg of hij zou beginnen met iets zoets of iets hartigs.
Merkwaardig ding eigenlijk, zo’n knapzak. Het zal wel iets ‘van vroeger’ zijn, want ik zie er nooit iemand mee lopen. Waar komt het vandaan?
Ik heb even een klein speurtochtje gedaan op het internet.
Dat Tom Poes er eten in vervoert, is niet vreemd als je kijkt naar de etymologie van het woord knapzak. Het Nederlandse woord knapzak betekent eigenlijk ‘etenszak’; knappen betekende ooit ook wel ‘bijten’, dat immers een knappend geluid maakt, en bij uitbreiding ook ‘opeten’. Knabbelen, zogezegd.
Daarmee is nog niet gezegd dat zo’n knapzak in vroeger tijden in onze streken ook aan zo’n stok over de schouder gedragen werd. Dat gebruik lijkt eerder van Amerikaanse komaf.
Over de herkomst van de knapzak aan een stok leerde ik namelijk het een en ander van de Engelse Wikipedia, waarop de knapzak een bindle of een blanket stick wordt genoemd. In Amerika kende men vanaf het einde van de negentiende eeuw het verschijnsel van de hobo: een benaming die werd gegeven aan rondzwervende werkzoekenden, arbeidsmigranten, niet zelden te vinden in de buurt van spoorwegen omdat ze probeerden om illegaal met de trein mee te reizen. Hier een oude foto van twee van die hoboes:
|