BommelDingen bekijk webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

Hoeveel vingers heeft heer Bommel?

Het is zover: mijn volgende boek is te koop! Of ‘mijn’ boek… Samen met Hugo Klooster heb ik de afgelopen twee jaar aan de Bommel literatuurgids gewerkt. Zo moet hij eruit gaan zien:

Voor het eerst verschijnt er hiermee in boekvorm een overzicht van de grote hoeveelheid publicaties die er verschenen zijn over het werk van Marten Toonder.

En wat is er veel verschenen! We zijn nu bezig het boek af te ronden, maar het is verbazend hoe er toch steeds weer nieuw materiaal op blijft duiken. Er werden planken vol boeken volgeschreven over Toonder en Bommel, maar nog veel meer artikelen in kranten en tijdschriften. Dat moeten er duizenden zijn.

Daarvan hebben we niet álles opgenomen – dat zou ondoenlijk zijn – maar wel alles dat het vermelden waard is, en dan met de focus op Toonders Bommelverhalen, en dat is nog steeds heel veel. We zijn inmiddels de 3000 titelbeschrijvingen gepasseerd. Chronologisch geordend, van 1941 tot ‘nog te verschijnen’.

Om het boek extra leuk te maken, hebben we door het hele boek heen Bommelcitaten met bijbehorende plaatjes opgenomen die over ‘lezen’ gaan. En ook dat zijn er veel, aangezien heer Bommel zich graag als een belezen heer voordoet die prat gaat op de van zijn goede vader geërfde bibliotheek.

Achterin het boek nemen we vijf indexen op. Of ‘indices’, zoals Hugo altijd zo mooi zegt, die ze allemaal nauwgezet heeft samengesteld: een index van verhaaltitels, van figuren, van zaken en begrippen, van personen en van auteurs. Op die manier kun je gemakkelijk publicaties vinden over een specifiek onderwerp.

En dan is het verbazend dat er over de meest uiteenlopende aspecten Toonders werk al veel geschreven is. Tijdens ons onderzoek kwamen we veel interessante stukjes tegen. Soms over onderwerpen waarvan je je amper bewust was dat je erover zou kunnen schrijven.

Een voorbeeldje van zo’n onderwerp: hoeveel vingers heeft heer Bommel?

Ik ben eigenlijk wel benieuwd of er véél lezers zijn die direct het juiste antwoord hierop weten. En anders kunnen we gewoon even kijken op een plaatje dat ook in het boek voorkomt, een tekening uit ‘De antiloog’, waarop heer Bommel Joost betrapt op het roken van zijn sigaren onder het lezen van bedenkelijke lectuur:

Zowel bij heer Bommel als bij Joost zien we aan elke hand we vier vingers. En wie erop let, ziet dat dit bij alle Bommelfiguren het geval is. Sterker nog, het komt bij meer stripfiguren voor: veel Disneyfiguren zoals Donald Duck en Mickey Mouse hebben ook vier vingers, net als de Smurfen, terwijl Asterix, Kuifje en Suske en Wiske er vijf aan elke hand hebben.

Dat roept natuurlijk de vraag op naar het waarom hiervan. En het roept ook verbazing op: merkwaardig eigenlijk dat het ontbreken van een vinger amper opvalt!

Als je in de Bommel literatuurgids in de ‘Index zaken en begrippen’ onder ‘Vingers’ kijkt, wordt daar verwezen naar drie titels: Zijp 1975, Buve 1989-2 en Schouten 1993.

Om met de laatste te beginnen: Rob Schouten schreef voor Trouw in de loop van de jaren meerdere artikelen over Toonder en diens werk. Op 4 januari 1993 publiceerde hij in de rubriek ‘Het genootschap’ (‘Officieel orgaan van het Nederlands genootschap ter bevordering en verbreiding van nutteloze kennis’) een artikeltje over de ‘Vier vingers van Tom Poes’.

Volgens Schouten is het vooral een eigenschap van antropomorfe stripdieren, dus dieren met menselijke eigenschappen. En dan kan men het ‘op zich al vreemd vinden dat muizen en eenden überhaupt met vingers zijn uitgemonsterd’.

Hij vervolgt:

“Over het waarom van deze in stripkringen algemeen gerespecteerde regel […] heerst consensus onder striptekenaars en cartoonisten. Voor vijf afzonderlijke vingers is de striphand te klein, terwijl men in tekeningen met één vinger minder net zoveel kan uitrichten als met de gewone vijf.”

Als je het mij vraagt, passen handen met vier vingers vaak ook het beste bij de anatomie van stripfiguren. Bij Toonder vormen cirkels in elk geval de basis van de anatomie van zijn figuren, en dan moeten de vingers niet te smal zijn om met al die ronde vormen in evenwicht te zijn.

Schouten merkt op dat het bij de Bommelfiguren niet altijd zo is geweest. De personages van de vroegste Tom Poes-verhalen hadden vijf vingers. Bladerend in de oude verhalen valt me op dat de handen vanaf het achtste verhaal (‘Tom Poes en de rare uitvinding’) meestal met vier vingers worden getooid.

Schouten behandelt nog een interessante vraag:

“Welke van de vijf vingers gesneuveld is, valt moeilijk te zeggen. De duim is steeds intact gebleven en in Disney-kringen gaat men er, vanwege de gelijkvormigheid der resterende vingers, vanuit dat de pink is geamputeerd. Dat zou ook voor de Toonder-figuurtjes kunnen gelden, ware het niet dat daar soms bij het theedrinken plots een duidelijke pink wordt opgestoken.”

Ik was even verbaasd toen ik de publicatie ‘Zijp 1975’ uit de index opzocht. Dit betreft een bespreking door Frank Zijp van de eerste heruitgegeven oudere verhalen in de reeks ‘Avonturen van Tom Poes’ van De Bezige Bij in samenwerking met Het Stripschap, in Het Parool van 3 mei 1975. De titel ervan luidt: ‘Toen had Bommel nog vier vingers’. Hij bedoelt echter hetzelfde als Schouten: Zijp telt blijkbaar het aantal vingers exclusief duim, Schouten inclusief. (Zelf zou ik zeggen: een duim is toch ook een vinger?)

‘Buve 1989-2’ is een artikel uit het door Sybrand Buve gemaakte blad Bommelbode, nummer 19. Laat dat nou net een nummer zijn dat ik zelf niet heb… Maar wat ik ervan weet is dat ook Buve de ontwikkeling van vijf naar vier vingers signaleert.

Onder Toonders andere stripfiguren verschilt trouwens het aantal vingers, zo leert mij een kleine steekproef. Bij Panda – ook dierenfiguren – hebben de personages vier vingers aan hun handen, bij Kappie zie je er meestal vier, soms vijf, terwijl de handen van koning Hollewijn steevast vijf vingers tellen. Hoe realistischer de strip, hoe meer vingers, zo lijkt het.

De tijd ontbreekt mij nu voor écht diepgravend onderzoek. Het zou bijvoorbeeld interessant zijn om eens te kijken hoeveel vingers Toonder tekende in zijn strips vóór 1940, of er toen ook verschil was per stripreeks en of er nog ontwikkelingen in waarneembaar zijn.

Kortom: hoeveel er ook al geschreven is over Toonders werk, er valt nog véél meer Bommelstudie te verrichten…

De Bommel literatuurgids biedt in elk geval een voorlopig overzicht van de Bommelstudie tot dusver. En het is duidelijk dat zo’n lijst een hoop stof tot nadenken (en dus ook weer tot schrijven) biedt.

De planning is dat het boek in augustus verschijnt. Maar zoals gezegd is het nu al in de voorverkoop. Je kunt het voor € 19,99 bestellen op mijn website. Dan stuur ik het je toe zodra het uit is!

*

P.S. Nog een leuk nieuwtje: vanaf 24 juni komt in Deventer het toneelstuk Moord op de Wega op de planken. Naar het boek Tim McNab zoekt kopij: misschien wel het eerste boek dat Marten Toonder schreef, maar dat pas recent voor het eerst in druk verscheen nadat ik het manuscript in 2012 ontdekte in het Toonderarchief. Kijk hier voor meer informatie.

Klaas Driebergen

website

Dit bericht is verzonden naar .
Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor ‘BommelDingen’ hebt ingeschreven.

Reacties vind ik altijd leuk! Dat kan simpelweg door deze e-mail te beantwoorden.

Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden. Zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link.

Eerdere afleveringen gemist? Je kunt ze hier nalezen.

Afmelden kan hier.
MailerLite