BommelDingen bekijk webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

‘Stenen des aanstoots’ op Arnhemse toren

Vorige week schreef ik over mijn bezoek aan de Disney- en Toonderbeelden op grote hoogte, op de Arnhemse Eusebiustoren.

Er zit een heel verhaal vast aan die beelden. Ze veroorzaakten een rel die tot in het buitenland aandacht kreeg.

Dat verhaal begint tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog: de slag om Arnhem in september 1944. Daarbij werd de Eusebiuskerk vrijwel compleet verwoest en de toren zwaar beschadigd. Na de oorlog werd de kerk herbouwd. Daarbij kreeg het bovenste deel van de toren een compleet nieuw ontwerp van architect Theo Verlaan.

In dit ontwerp waren ook een aantal ‘schijnspuwers’ opgenomen. Het precieze ontwerp daarvan werd overgelaten aan de beeldhouwer ervan, Henk J. Vreeling. Die baseerde zich in zijn ontwerpen op stripfiguren uit het weekblad Donald Duck, waarin in die tijd ook de Tom Poes-strip verscheen.

Hoe kwam hij daartoe? Het Parool wist indertijd te vertellen dat hij er eigenlijk toenmalig minister Luns en professor De Quay op willen zetten.

Daarmee trok hij de lijn door van middeleeuwse tradities, men zette vaak eigentijdse notabelen op de kerk, en men maakte ze belachelijk ook. Maar architect Theo G. Verlaan uit Zwolle […] vond dat geen goed plan. ‘Hij zei: Ze zijn niet eeuwig,’ aldus Vreeling. Toen pakte hij een Donald Duck-blaadje van zijn zoontjes, en gaf ’t me. Ik vond dat ook een aardig idee, en ik ben aan de gang gegaan, samen met collega Adriaan Bruggeman.” (Het Parool, 28 juli 1962)

Toen in de loop van 1962 deze ontwerpen bekend werden, waren er veel positieve reacties. Het Gelders Dagblad berichtte: ‘Wereldprimeur voor Arnhem – Eusebiustoren kreeg Walt Disneyfiguren’.

Maar er kwam ook veel protest, dat in de landelijke media breed werd uitgemeten. Het Vrije Volk kopte op 9 juli:

Daarmee doelend op de Nederlandse Christenvrouwen Bond (NCVB), die aan de burgemeester en wethouders van Arnhem (de toren was namelijk eigendom van de gemeente) in een brief schreef:

“Dat deze toren, die de tijden toch de symboliek in zich droeg van zich boven de aarde te verheffen tot God, thans ontsierd wordt door Walt Disney-figuurtjes, die wel in kinderboeken en bioscopen, maar allerminst op een kerktoren thuishoren, heeft de afdelingen (Oost en West) pijnlijk getroffen.” (geciteerd in Trouw, 7 juli 1962)

De hervormde predikant ds. C.C. Foeken schreef in het weekblad Hervormd Arnhem:

“De overweldigende architectuur van de Grote Kerk verdraagt opvallend veel, maar toch niet alles. Het is al te dwaas als die geweldige mens van de 20ste eeuw een toren bouwt als een vinger naar God in een zo infantiel gebaar.” (Trouw, 7 juli 1962)

Zelfs buitenlandse media besteedden aandacht aan de zaak. ‘Scandale a Arnhem’ schreef Paris Match, en ‘Fun on the Steeple’ kopte Time Magazine.

Voorstanders van de beelden wezen erop dat de beelden in een lange historische traditie stonden van het gebruik van ‘profane’ afbeeldingen op kerkgebouwen.

“Als opvolgers van de middeleeuwse monsters, duivelskoppen, plaatselijke grootheden of collega’s die de anonieme beeldhouwers uit die tijden op kathedralen vereeuwigden, zullen zij straks, een eigentijds speels aspect aan de toren verlenen.” (Algemeen Dagblad, 2 juli 1962)

Ook de katholiek Godfried Bomans mengde zich in de Volkskrant van 14 juli in het debat. Hij bleek een tegenstander van de beelden.

“Het gaat er niet om, dat die beeldhouwers van vroeger creatief leuk waren, terwijl de figuurtjes op de Sint-Eusebius de pasklaar gemaakte leukheid van ’n paar tekenaars imiteren. Het gaat erom, dat de leukheid van Mickey Mouse buiten alle religie staat en niet op een kerk thuishoort. Want wie in die oude waterspuwers en pilaarbijters uitsluitend malligheid ziet, vergist zich. Zij waren de tegenpool van de engelen en heiligen, die in serene rust over de huizen van zo’n middeleeuwse stad keken. Zij ontkenden wat hen bezielde. Het hoge streven, waaruit zo’n kathedraal was opgebouwd, dat spuwden zij werkelijk uit. Zij vormden de satanische keerzijde van de middeleeuwse medaille. Wie deze duivels, griffioenen, chimères, gargouilles, draken en grijnzende bultenaars alleen maar als grapjasserij verstaat, begrijpt niet de diabolische achtergrond van deze scherts.”

Bomans beschouwt het plaatsen van stripfiguren op een kerktoren net zo ridicuul als wanneer men Sint-Bernardus op een bioscoop zou zetten. Hij besluit:

“Wie een godshuis met stripfiguren meent te verlevendigen, ziet óf in de beeldroman een religieus gegeven óf in de Kerk een cabaret. Gescheiden bezitten zij ieder hun waarde, zij het op verschillend niveau. Gecombineerd leveren zij onzin op.”

De beeldhouwer zelf zei erover, volgens Het Parool: ‘De kinderen zullen het leuk vinden. En heeft Jezus niet gezegd: Wees als de kinderen?’

(Overigens: net zoals die stripfiguren op een kerktoren vervreemding opriep bij mensen als Bomans en Foeken, klinkt het mensen in eerste instantie nog weleens vreemd in de oren als ze horen dat ik een boek heb geschreven met als titel Bommel en Bijbel. Huh? Bommel en Bijbel…? Wat heeft Bommel nou met de Bijbel te maken? Toonder hield zich in zijn verhalen toch niet bezig met religie? Bommel en Tom Poes zijn toch niet gelovig…? Ze hebben helemaal gelijk natuurlijk. Maar als ze willen weten hoe het dan wel zit… dan moeten ze het boek maar lezen.)

De rel rond de Eusebiustoren kreeg nog een staartje toen in november 1962 bleek dat de beeldhouwer de mopperdwerg Grumpy met het gezicht van dominee Foeken had getooid, en sneeuwwitje met dat van de voorzitster van de NCVB. Hier het in steen uitgehakte gelaat van dominee Foeken, naast dat een andere dwerg, uit een krantenfoto uit die tijd:

Ook om deze grap kon niet iedereen lachen. De arme dominee Foeken was verbijsterd:

“Stelt u zich mijn situatie voor: Daar sta ik, 70 meter hoog op de toren, in steen! Niet voor eeuwig, want dat zou ik niet kunnen zeggen, maar wel voor lang, voor een hele tijd. Dat is een ontstellende gedachte. Ik sta daar in een etalage van geestelijke armoede.” (Het Vrije Volk, 3 november 1962)

Het Parool wist trouwens nog te melden dat Disney na het horen van het bericht over de beelden op de toren ‘langdurig met advocaten in conferentie is gegaan’. En: ‘Alvorens hij vorige week met vakantie ging heeft de heer Marten Toonder nog snel een brief geschreven naar de architect’. Want ja: er zaten natuurlijk wel rechten op de gebruikte figuren.

Ik ben wel heel nieuwsgierig naar wat er in die brief stond, en hoe er gereageerd is… Ik heb het nog niet kunnen achterhalen.

In elk geval heeft alle protest geen resultaat gehad. Want de beelden zitten onwrikbaar vast verankerd in de torenmuur, en kijken nu al bijna zestig jaar uit over de stad Arnhem. En inmiddels gelden ze vooral als een curieuze attractie, die je kunt bezichtigen vanuit glazen balkons.

*

Lezingen op Toondermiddag in Amsterdam

Op zaterdagmiddag 25 januari aanstaande houd ik tijdens de ‘Toondermiddag’ van Scheltema’s Stripdagen een lezing over de betekenis van Ierland in het leven en werk van Marten Toonder.

En Rob Barnhoorn gaat deze middag in op de betekenis van Toonders verhalen voor onze huidige tijd.

De middag begint om 15:00 uur, toegang gratis. Welkom!

(Lees hier meer)

Klaas Driebergen

website

Dit bericht is verzonden naar .
Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor ‘BommelDingen’ hebt ingeschreven.

Reacties vind ik altijd leuk! Dat kan simpelweg door deze e-mail te beantwoorden.

Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden. Zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link.

Eerdere afleveringen gemist? Je kunt ze hier nalezen.

Afmelden kan hier.
MailerLite