BommelDingen bekijk_webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

Comestibles en fijnere kruidenierswaren

Vanmiddag zat ik met ruim twintig Bommelliefhebbers in een zaaltje van restaurant Bellevue in Blaricum. Het was een middag van reisorganisatie Historizon, en deze liefhebbers gaan aan het einde van de maand mee naar Ierland voor de Toonderreis die ik daarnaartoe mag leiden.

De reden dat deze middag in Blaricum gehouden werd, is dat Marten Toonder en zijn gezin in dit dorp woonden van 1954 tot 1965, dus tot het jaar dat zij naar Ierland emigreerden.

Het was een genoeglijke middag. Een hoogtepunt was het interview dat ik mocht houden met Paul Hellmann, die vertelde over de tijd dat hij als een soort pleegzoon van Marten en Phiny Toonder bij hen in Het Gooi (eerst in Bussum en later in Blaricum) in huis woonde, en over de vele vakanties die hij en zijn vrouw Wendaline met het echtpaar Toonder in het westen van Ierland doorbrachten.

Een ander hoogtepunt was de korte wandeling die we door het mooie dorp Blaricum maakten, en waarbij we langs het vroegere woonhuis van de Toonders aan Achterom nummer 13 liepen. Hier op een kiekje uit die tijd:

Het is een sfeervol huis dat nog altijd prachtig gelegen is aan de rand van het dorp.

Paul Hellmann wist nog een ander pand aan te wijzen dat interessant is voor de Bommelliefhebber, namelijk Huizerweg 3:

Hier was indertijd de winkel van kruidenier W. Oversteegen gevestigd, die model stond voor de Rommeldamse kruidenier Grootgrut. Die werd in 1953 door Marten Toonder geïntroduceerd in ‘Heer Bommel en zijn iksel’:

“Het verhaal dat ik nu ga vertellen vangt aan in de zindelijke kruidenierswinkel van de heer Grootgrut, een nijver en vooruitstrevend middenstander in Rommeldam.

De heer Grootgrut was niet zó maar een kruidenier. Hij noemde zich handelaar in comestibles en fijnere kruidenierswaren en hij leverde alleen maar aan de betere standen, omdat hij deftig wilde zijn.”

De manier waarop Grootgrut zichzelf betitelt, moet Toonder inderdaad ontleend hebben aan Oversteegen, die als volgt vermeld staat in het telefoonboek van 1929:

Comestibles zijn volgens Van Dale ‘fijne eetwaren’.

Maar hoe groot de overeenkomst is, wordt duidelijk als we de wetenswaardigheden lezen die zoon Eiso Toonder vele jaren later over Oversteegen vermeldde (in de rubriek ‘Uit het familiearchief’ in Band 11 van Heer Bommel. Volledige werken. De dagbladpubicaties, 1990):

“[Grootgruts] evenbeeld was een ondernemende kruidenier, die vlak na de oorlog, toen Marten zich met zijn gezin op de Amersfoortse Straatweg 95 te Bussum vestigde, zijn opwachting maakte en die het tot zijn eer rekende om met speciale aanprijzingen en aanbiedingen te komen. Men kon bestellingen telefonisch aan hem doorgeven. Die laadde hij dan in zijn driewieler van het merk Tempo en bezorgde ze huis aan huis. Zijn goede manieren waren nog van het oude stempel. Het summum van beleefdheid bereikte hij toen hij de hoed afnam bij het betreden van het huis en aan de andere kant van de glazen deur een naderend heer meende te ontwaren. Pas toen de ander gelijktijdig het hoofddeksel lichtte, herkende hij zijn eigen spiegelbeeld.”

De genoemde driewieler moet een Tempo Hanseat zijn geweest, hier op een foto uit 1950 die ik op internet vond:

Oversteegens vroegere pand is vermoedelijk al vele jaren van functie veranderd. Tegenwoordig is het opgedeeld in een Japans restaurant en een winkel voor woninginrichting en speelgoed. En recht aan de overkant van de straat ligt het drukbezochte Blaricumse filiaal van wat tegenwoordig ’s lands grootste grootgrutter is: Albert Heijn.

De tijden zijn wel veranderd. We hebben het dan ook over zestig à zeventig jaar terug.

Klaas Driebergen

website

Dit bericht is verzonden naar . Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor ‘BommelDingen’ hebt aangemeld. Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden: zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link. Als je eerdere afleveringen hebt gemist, kun je die hier nalezen.

Afmelden
MailerLite