BommelDingen bekijk webversie
BommelDingen

door Klaas Driebergen

Bommel in een BMW

Deze week is Het geheim van Marten Toonder verschenen. Ik schreef over de boekpresentatie in mijn ToonderMail van gisteren. Ik kan het niet laten om vandaag in BommelDingen nog even iets te schrijven over de ‘dievenboeken’, Toonders plakboeken met uit tijdschriften geknipte plaatjes, die vooral in de jaren dertig en veertig als voorbeeld dienden voor zijn eigen werk.

In een van die plakboeken zit ook een losse krantenpagina met daarop een greep uit de automodellen van 1956:

Aangezien het plakboek zelf veel ouder moet zijn, is deze pagina er dus later ingestopt. Maar blijkbaar maakte Toonder ook in latere tijden bij het tekenen van zijn verhalen nog weleens gebruik van voorbeeldmateriaal. Dat is althans aan te tonen door te kijken wat Toonder met deze pagina heeft gedaan.

Eén van de getoonde automodellen op de pagina is een BMW 507:

In Het geheim van Marten Toonder (pagina 66) wordt getoond dat deze auto model stond voor een snelle wagen die in tenminste twee Bommelverhalen voorkomt. Beide vondsten zijn gedaan door samensteller Willem Feltkamp.

Allereerst in ‘Heer Bommel en de Atlantiër’ (1956). Daarin koopt Lemuriël Baboen een naar zijn zeggen ‘primitieve berberwagen’ van achtennegentigduizend negenhonderdvijfennegentig florijnen negentig, die heer Bommel wel even voor hem wil voorschieten:

Aangezien dit verhaal uit hetzelfde jaar stamt als deze BMW, was het op dat moment een gloednieuwe auto. Van Wikipedia leer ik dat de productie van deze wagen na drie jaar stopgezet werd omdat het een flop bleek te zijn geworden. De verkoopprijs viel veel hoger uit dan de bedoeling was, namelijk $ 10.500 dollar.

De autohandelaar waar Lemuriël zijn auto koopt, heeft trouwens ook andere werkelijk bestaande modellen in zijn showroom staan die voorkomen op dezelfde krantenpagina. Kijk bijvoorbeeld naar de auto in het midden:

Dit is onmiskenbaar de Renault Frégate Grand Pavois, ook uit 1956:

Terug naar de BMW. In een veel later verhaal, namelijk ‘Heer Bommel en het ontsollen’ (1982), ontvreemdt heer Ollie na zijn eerste behandeling met soldruppels de ‘fraaie tweezitter’ van de popster Flipper Fielt. Dit levert hem ‘een heel lelijke bekeuring aan de broek’ op, aldus Joost, ‘wegens het rijden in een auto van een hooggeplaatste ster, die hij in de poeier gereden heeft. In de rivier, om juister te zijn. De auto, bedoel ik; niet de ster.’

Deze auto ziet er zo uit:

Terwijl Het geheim van Marten Toonder al gedrukt werd, ontdekte ik dezelfde auto in nog een derde verhaal, namelijk ‘Heer Bommel en de wezelkennis’ (1961). Net als in ‘De Atlantiër’ laat heer Bommel zich daarin nogal beetnemen: hij leent twintigduizend florijnen aan zijn zogenaamde ‘neef’ Edelhart van Wezel, die even later in een sportwagen terug komt rijden.

Op Wikipedia las ik dat er van deze BMW 507 maar 254 zijn gebouwd. Daarvan zijn er dus maar liefst drie door heer Bommel bereden…

En dat terwijl zo’n BMW voor Bommel een wel zeer atypische auto is. Deze wagen is de absolute tegenhanger van de Oude Schicht. Een sterker contrast met Bommels verre van aerodynamische ‘trouwe voertuig’, is niet mogelijk. De benaming ‘Schicht’ had natuurlijk beter bij zo’n BMW gepast. Maar om heer Bommels auto zo te noemen is dan weer een prachtig staaltje van ironie.

En daarnaast is het volgens mij ook atypisch voor Toonder dat hij voor het tekenen van een auto zó letterlijk een bestaand model overnam. Het ontwerp van de meeste auto’s in zijn verhalen is tamelijk fantasierijk…

Klaas Driebergen

Biesbosch 123, Amstelveen
Netherlands

Dit bericht is verzonden naar . Je ontvangt deze e-mail omdat je je voor ‘BommelDingen’ hebt aangemeld. Stuur deze e-mail gerust door aan mogelijke andere geïnteresseerden: zij kunnen zich eventueel aanmelden via deze link. Als je eerdere afleveringen hebt gemist, kun je die hier nalezen.

Afmelden
MailerLite