Ik kwam vergelijkbare kastelen, met zo’n typerende boogbrug tussen twee torens, tegen in ‘Tom Poes en de toverpijp’ (1941), ‘Tom Poes en de betoverde spiegel’ (1942) en in ‘Thijs IJs en de drie dwergen’.
Deze week zag ik hetzelfde kasteel weer in een ander verhaal opduiken, en wel in ‘Tom Poes en de plamoen’ (oorspronkelijk ‘Tom Poes en de gezichtenhandel’, 1961). Eén van die prachtige magisch-realistische Bommelverhalen.
Daarin overweegt heer Bommel, wiens wandeling in het Donkere Bomen Bos wat uit de hand gelopen is, te overnachten in een ruïne die hij ergens daar diep in het bos weet te liggen. In plaats van de ruïne treft hij echter een fraai kasteel aan:
|