door Klaas Driebergen

Na het vrij omvangrijke ‘Bommelding’ van vorige week dit keer weer een kortere.

In het Toonderarchief kwam ik een mij onbekend Bommelstripje tegen, gedrukt op een kaart in A5-formaat:

(Klik op het plaatje voor een grotere versie.)

Wat we hier zien is een kleine galerij van bekende figuren uit Rommeldam, die zich beklagen omdat heer Bommel geen tijd voor ze heeft. Terwijl ze toch geen onbelangrijke zaken met hem te doen hadden, die heer Bommel kennende normaal gesproken zeker niet zou laten lopen: de markies had hem voor zijn tuinfeest willen uitnodigen, de burgemeester had hem de sleutel van de stad willen aanbieden, professor Prlwytzkofski een eredoctoraat (toe maar!), ambtenaar Dorknoper kwam te veel betaalde belasting terugbrengen en Doddeltje wilde hem op de thee vragen.

Maar nee, het komt heer Bommel allemaal niet gelegen. ‘Vandaag niet – ik heb nu iets aan het hoofd, dat vóór alles gaat, als men begrijpt wat ik bedoel.’

Wat het is dat voor heer Bommel nóg belangrijker is, is te lezen op de achterkant van de kaart. Daar staat: ‘De heer Bommel bedoelt dat hij er de voorkeur aan geeft, aanwezig te zijn op de afscheidsreceptie van een zijner oudste vrienden: Joop Lücker.’

Lücker! In 1942, toen Tom Poes in De Telegraaf zijn eerste successen beleefde, was Lücker als 28-jarige kunstredacteur voor deze krant de eerste was die Marten Toonder interviewde. Als hoofdredacteur van de Volkskrant beijverde hij zich er na de oorlog voor dat de strip Tom Poes in zijn krant zou verschijnen. Toen hij daar in 1964 werd ontslagen vanwege zijn autoritaire manier van leidinggeven, trok Toonder ook zijn strip uit de Volkskrant terug.

Hij moet model hebben gestaan voor de Rommeldamse krantenmagnaat O. Fanth Mzn. (Ik schreef daarover eerder in mijn stukje ‘Zwaargewichten’.) Hij was ook lid van de Amsterdamse ‘Groote Club’, waar hij Marten Toonder weleens uitnodigde, en waarop die zich liet inspireren voor de Rommeldamse ‘Kleine Club’.

Toen hij directeur was van het persbureau Vandaag, deed hij Marten Toonder nog eens de suggestie om een verhaal te schrijven over een Bommel-ding (lees daarover hier meer).

En toen hij in 1980 afscheid nam van de journalistiek heeft hij Toonder blijkbaar gevraagd of die een Bommelillustratie wilde maken voor de uitnodigingskaart. Of misschien kwam het verzoek wel van de organisatoren van de afscheidsreceptie, als verrassing voor Lücker. In elk geval nam Toonder graag deze moeite voor ‘een zijner oudste vrienden’.

Hoewel het stripje inhoudelijk gezien misschien enigszins gekunsteld aandoet – dit is wel erg veel eer voor een heer, als u begrijpt wat ik bedoel –, vond ik het toch een fraai plaatje. Het doet denken aan de ballonstrip ‘Dieper leven’, die Toonder zo’n tien jaar eerder maakte voor HP Magazine. Het is in elk geval een mooi eerbetoon aan een oude vriend.

Joop Lücker overleed trouwens nog geen twee maanden later aan een hartaanval, tijdens een reis door de Verenigde Staten.

Toevallig was deze tekening onlangs ook te zien in de facebookgroep ‘Vrienden van heer Bommel en Tom Poes’. Ik begrijp dat de originele tekening tegenwoordig te zien is in het onlangs nieuwgebouwde Rosa Spierhuis in Laren, het rusthuis waarin Toonder zijn laatste levensjaren doorbracht.

Mooi dat deze instelling haar bekende oud-bewoner hiermee eert. Dat gebeurt trouwens ook op de website van het Rosa Spier.