De uitspraak ‘Ierland moet geschapen zijn in een hemelse vakantiestemming’ doet me denken aan wat Marten Toonder schrijft in het essay ‘Het lichtje boven Knocknarea’ (opgenomen in dit boek):
Uit de oceaan komen de wolkenvelden aandrijven over het land van Connemara. Ze werpen lange schaduwen over de grote, stille vallei, zodat de 72 tinten groen steeds van kleur wisselen. Als zo’n schaduw over een berg glijdt, wordt de helling langzaam donker – en op sommige plekken diepzwart en dreigend. Het is een boeiend gezicht: de steeds wisselende stemmingen van dat grootse en indrukwekkende landschap dat eruitziet alsof het pas geschapen is.
Maar wat mij verraste is de alinea links, in de onderste helft:
Een land vol geheimzinnigheid – een atmosfeer waaruit de oudste sprookjes opbloeiden, maar ook de nieuwste, met figuren als Kweetal de Breinbaas, Pé Pastinakel en Hokus Pas, als u begrijpt wat wij bedoelen.
Een mooie verwijzing naar de verrassend rijke en oeroude Iers-Keltische mythologie, maar óók naar de sprookjesachtige verhalen van Marten Toonder, die hij in die tijd nog daadwerkelijk schreef, wonend aan de Ierse oostkust… En juist de tovenaars en de dwergen die Toonders verhalen bevolken, zijn de meest Iers-Keltische karakters daarin. (Dat de namen verkeerd gespeld zijn, vergeef ik de opstellers van de advertentietekst voor deze keer.)
En het landschap en de natuur op Toonders tekeningen ademen die geheimzinnige Ierse atmosfeer, dat zal iedereen beamen die er weleens is geweest, bijvoorbeeld tijdens de Toonderreis naar Ierland.
Over die geheimzinnige Ierse sfeer gesproken… Ik vind dat je die ook heel goed proeft op de omslagillustratie van het boek Broddelboleten en trulzwammen, die Tim Artz zo prachtig heeft gemaakt.
|