Transformaties van Hocus Pas in de Bommelverhalen
Een streepje – duidt de verhalen aan waarin Hocus Pas wel voorkomt maar zich niet in een dier verandert
BV 3, De tovertuin (1941): – (Hocus Pas alleen bij naam genoemd)
BV 5, De Drakenburcht (1941): –
BV 7, De reuzenvogel (1941): –
BV 15, De betoverde spiegel (1942–1943): –
BV 19, De schat op de zeebodem (1943): –
BV 46, De geheimzinnige gaper (1951–1952): heeft overdag de gedaante van een kraai, ’s nachts tussen 0:00 en 1:00 uur van de apotheker Hocus Pas
BV 66, De kniphoed (1955): zilvermeeuw (afl. 2609)
BV 73, De split-erwt (1957): vleermuis (afl. 3043)
BV 82, De Kiekvogel (1958): –
BV 87, De dropslaven (1959–1960): kraai (afl. 3924)
BV 93, De gezichtenhandel/De plamoen (1961): ‘zwarte vogel’ (afl. 4273)
BV 103, De wilde wagen (1963): vogel Horrekop (afl. 4951)
BV 111, De pasmunt (1965): kraai (afl. 5555)
BV 116, De trullenhoedster (1966): Hocus Pas/Ivy: twee raven (afl. 5904, 5905)
BV 122, De hupbloemerij (1968): –
BV 127, De astromanen (1969): Hocus Pas/Ivy: twee raven (afl. 6650, 6652)
BV 131, De blijdschapper (1970): –
BV 134, De waarde-ring (1971): kraai (afl. 7143)
BV 145, De pronen (1973–1974): kraai (afl. 7933)
BV 148, Het spook van Bommelstein (1974–1975): kraai (afl. 8186)
BV 154, Het vergeetboekje (1976): kraai (afl. 8586)
BV 159, De denktank (1977–1978): kraai (afl. 084)
BV 165, De wadem (1979–1980): antropomorf dier: politieagent/gier (afl. 0584–0585) + ‘zwarte vogel’ (afl. 0671)
BV 168, Heer Bommel maakt volledig (1981): –
BV 172, De spalt (1983): kraai (afl. 01324)
BV 174, De zelfkant (1983–1984): verandert diverse malen in een kraai en terug; portier/vogel, directeur/uil, opzichter/aap (afl. 01462–01464)
|