Ik heb de plaatjes van de Bommelsaga geteld.
…?
Ja, u leest het goed: ik heb de plaatjes geteld van alle Bommelverhalen.
Hoezo dat? En hoeveel waren het er?
Dat zal ik je vertellen.
De omvang van Toonders Bommeloeuvre is indrukwekkend. Het totale aantal Bommelafleveringen bedraagt 11.768. In andere woorden: de strip stond bijna twaalfduizend dagen in de krant. Een duizelingwekkende periode, vind ik altijd.
Ik ga ervan uit dat iedere lezer van dit schrijven weet dat elke Bommelaflevering bestaat uit een tekst met meestal drie plaatjes erboven.
Automatisch ga je dan denken (ik wel tenminste): als het aantal afleveringen al zo groot is, dan is het aantal plaatjes nog véél groter. Ongeveer driemaal zo groot.
De rekensom is dan simpel: 11.768 x 3 = 35.304 plaatjes.
Dit zal ongeveer kloppen, maar toch niet helemaal. Er zijn namelijk regelmatig stroken die maar uit twee plaatjes bestaan, of vier. Of soms zelfs maar één.
Ook is het de vraag uit hoeveel stripstroken de Bommelsaga nu eindelijk bestaat. Dat hangt ervan af welke versie je neemt: de dagbladversie of die van een van de boekuitgaven.
Het genoemde getal 11.768 is gebaseerd op het nummer van de laatste strook van het laatste verhaal, ‘Het einde van eindeloos’ (1986). Dat nummer is 01768. De kenners weten dat Toonder na aflevering 10.000 (die in 1977 in de krant verscheen) weer bij 1 begon, maar vanaf dat moment staat er telkens een 0 voor.
Die nummering in de dagbladen is inclusief een aantal afleveringen die in de boekuitgaven niet werden opgenomen. Sommige afleveringen werden om inhoudelijke redenen geschrapt. Daarnaast werden er soms ook afleveringen gebruikt om een vakantie van heer Bommel dan wel zijn biograaf Toonder in te leiden of een nieuwe verhaal aan te kondigen. Die zijn geen onderdeel van een verhaal, en staan dus niet in de boekuitgaven. (Overigens kregen de meeste vakantie- of verhaalaankondigingen geen nummer, ook omdat ze meestal niet dezelfde vorm kregen als de reguliere stripafleveringen.)
Daartegenover staat dat er aan de verhalen in de boeken incidenteel ook extra afleveringen zijn toegevoegd.
Kortom: het is nog best lastig te zeggen uit hoeveel stripstroken de Bommelverhalen nu precies bestaan. Wie hier iets over wil zeggen, moet eerst besluiten over welke versie hij het heeft.
Afijn, ik wilde toch graag een keer iets onderbouwds kunnen zeggen over het aantal plaatjes van de Bommelverhalen. En omdat mij onbekend is of iemand anders ze ooit al eens geteld heeft, besloot ik dat zelf maar te gaan doen.
Ik deed dit als onderdeel van een uitgebreider onderzoek naar de Bommelverhalen dat ik de afgelopen tijd heb uitgevoerd, en waarvan andere resultaten weer bruikbaar zijn voor andere beoogde publicaties.
Ik ging op de volgende manier te werk.
Ik ben uitgegaan van de reeks Alle verhalen van Olivier B. Bommel en Tom Poes, oftewel de ‘Blauwe Reeks’ van De Bezige Bij. Dat is de laatste complete uitgave. Voor zover ik weet (maar ik hou mij aanbevolen voor correcties!) komt het aantal stroken en dus plaatjes daarvan overeen met die van de reeks Heer Bommel – Volledige werken van Uitgeverij Panda. (In laatstgenoemde reeks zijn wel alle verhaal- en vakantieaankondigingen opgenomen, alsmede de verworpen en gewijzigde afleveringen, maar deze staan in de ‘Verantwoording’ achterin de delen, en zijn dus niet meer onderdeel van de verhalen zelf.)
Van elk verhaal heb ik het aantal pagina’s genoteerd, aan de hand van de paginanummering. Daarna heb ik de verhalen doorgebladerd en genoteerd hoeveel stroken ik tegenkwam die niet uit drie, maar uit een, twee of vier plaatjes bestaan. Stroken met meer dan vier plaatjes ben ik niet tegengekomen. Het aantal stroken van drie plaatjes krijg je dan simpel door het aantal afleveringen met een afwijkend aantal van het totale aantal afleveringen af te trekken. En door dit alles bij elkaar op te tellen weet je dan logischerwijs hoeveel plaatjes elk verhaal telt.
Ik heb dit gedaan met behulp van een tabel in Excel. Daarvan laat ik hier het onderste gedeelte zien, met de totalen:
|