Heer Bommel en de kwanten (1958)
Wat een briljant vakantieverhaal is dit! Heer Bommel en Tom Poes mijmeren in de openingsaflevering over een mogelijke vakantie. ‘Vakantie houden in een goed oord; ver van de massa en het rumoer’, stelt heer Bommel zich voor.
‘Zo’n land bestaat niet’, hernam Tom Poes. ‘Het zou trouwens erg saai zijn! Ik houd meer van wat afwisseling. Laten we gewoon op reis gaan, heer Ollie. Naar een onbekende streek of zo!’
‘Een streek waar men peinzend onder een perelaar kan zitten’, zei heer Bommel, zijn eigen gedachten volgend. ‘Met zingende leeuweriken en nachtegalen tussen de appelbloesem.’
‘Leeuweriken vliegen als ze zingen’, zei Tom Poes. ‘En aan een perelaar groeit geen...’
‘Kortom een vakantie voor een heer van mijn stand’, vervolgde heer Ollie, met verheffing van stem.’
De volgende dag duikt er een merkwaardige bushalte op naast Bommelstein. ‘Vertrektijd middernacht bij gunstige sterrenstand.’ Heer Bommel neemt daar de bus naar Goesting.
Goesting is een prachtig Vlaams woord voor lust, trek of zin. Goesting is dan ook een land waar alles precies is zoals men het zich wenst. Een leeuwerik en een nachtegaal zitten er op een boomtak een fraai, tweestemmig lied te zingen.
|